Hierdoor krijgt de onderzoeksrechter de mogelijkheid om ook binnen de gevangenismuren privé- en telecommunicatie te laten afluisteren, er kennis van te laten nemen of te laten opnemen (schriftelijke vraag 3-553, Vragen en Antwoorden nr. 8, blz. 523).
Le juge d'instruction peut ainsi écouter, prendre connaissance ou enregistrer les communications ou télécommunications privées dans l'enceinte de la prison (question écrite 3-553, Questions et Réponses nº 8, p. 523).