Traduction de «personen met tandsteen » (Néerlandais → Français) :

TERMINOLOGIE

afzettingen [aanslag] op tanden | door betel | afzettingen [aanslag] op tanden | door tabak | afzettingen [aanslag] op tanden | groen | afzettingen [aanslag] op tanden | oranje | afzettingen [aanslag] op tanden | plaque | afzettingen [aanslag] op tanden | zwart | tandsteen | subgingivaal | tandsteen | supragingivaal | verkleuring van tanden | NNO | verkleuring van tanden | extrinsiek NNO
Dépôts [accrétions] sur les dents:bétel | materia alba | noir | orange | tabac | vert | Pigmentation des dents:SAI | extrinsèque SAI | Tartre (dentaire):sous-gingival | sus-gingival

Omschrijving: Een waanstoornis die door twee of meer personen met nauwe emotionele banden wordt gedeeld. Slechts één van de personen lijdt aan een echte psychotische stoornis; de wanen zijn bij de ander(en) geïnduceerd en worden doorgaans opgegeven wanneer de personen worden gescheiden. | Neventerm: | folie à deux | geïnduceerde paranoïde stoornis | geïnduceerde psychotische stoornis | inductiepsychose
Définition: Trouble délirant partagé par au moins deux personnes liées très étroitement entre elles sur le plan émotionnel. Un seul des partenaires présente un trouble psychotique authentique; les idées délirantes sont induites chez l'autre (les autres) et disparaissent habituellement en cas de séparation des partenaires. | Folie à deux Trouble:paranoïaque induit | psychotique induit

Omschrijving: Een pervasieve ontwikkelingsstoornis die verschilt van vroegkinderlijk autisme, hetzij op het punt van de beginleeftijd, hetzij doordat zij niet voldoet aan alle drie groepen diagnostische criteria. Deze subcategorie dient gebruikt te worden indien er sprake is van een afwijkende en gestoorde ontwikkeling die pas na het derde levensjaar aanwezig is en van onvoldoende aantoonbare-afwijkingen op één of twee van de drie psychopathologische gebieden die vereist zijn voor de diagnose autisme (te weten, sociale interacties; communicatie; en beperkt, stereotiep zich herhalend gedrag) ondanks kenmerkende afwijkingen op de andere gebieden. Atypisch autisme ontstaat meestal bij ernstig-geretardeerde personen en bij personen met een ernstige specifieke-ontwikkelingsstoornis met betrekking tot het receptief taalvermogen. | Neventerm: | atypische psychose van de kinderjaren | zwakzinnigheid met autistische kenmerken
Définition: Trouble envahissant du développement, qui diffère de l'autisme infantile par l'âge de survenue ou parce qu'il ne répond pas à l'ensemble des trois groupes de critères diagnostiques d'un autisme infantile. Cette catégorie doit être utilisée pour classer un développement anormal ou altéré, se manifestant après l'âge de trois ans et ne présentant pas des manifestations pathologiques suffisantes dans un ou deux des trois domaines psychopathologiques nécessaires pour le diagnostic d'autisme (interactions sociales réciproques, communication, comportement restreint, stéréotypé et répétitif); il existe toutefois des anomalies caractéristiques dans l'un ou l'autre de ces domaines. L'autisme atypique survient le plus souvent chez les enfants ayant un retard mental profond et un trouble spécifique sévère de l'acquisition du langage, de type réceptif. | Psychose infantile atypique Retard mental avec caractéristiques autistiques

tandsteen | tandplak
plaque dentaire | tartre | plaque dentaire

preoperatieve educatie inclusief familie en ondersteunende personen
enseignement préopératoire à la famille ou à des personnes de confiance

aanval met elektrisch tegen personen gericht apparaat
agression avec un dispositif électrique antipersonnel

per ongeluk geraakt door of tegen voorwerpen of personen
heurté accidentellement par ou contre des objets ou des personnes

aanval met tegen personen gerichte bom
agression à la bombe antipersonnelle

Omschrijving: Alle onderverdelingen van deze categorie dienen slechts gebruikt te worden voor een eenmalige episode. Hypomane of manische episoden bij personen die een of meer voorgaande affectieve episoden hebben doorgemaakt (hetzij depressief, hypomaan, manisch of gemengd) dienen gecodeerd te worden als bipolaire affectieve stoornis (F31.-). | bipolaire stoornis, eenmalige manische-episode
Définition: Toutes les subdivisions de cette catégorie s'appliquent exclusivement à un épisode isolé. Un épisode hypomaniaque ou maniaque survenant chez un sujet ayant présenté un ou plusieurs épisodes affectifs dans le passé (dépressif, hypomaniaque, maniaque, ou mixte) doit conduire à un diagnostic de trouble affectif bipolaire (F31.-). | trouble bipolaire, épisode maniaque isolé

Omschrijving: Een aanhoudende labiliteit van stemming met talrijke perioden van depressiviteit en lichte euforie, waarvan er geen ernstig of langdurig genoeg is om een diagnose te rechtvaardigen van bipolaire affectieve stoornis (F31.-) of recidiverende depressieve stoornis (F33.-). Deze stoornis wordt veelvuldig gevonden bij de verwanten van patiënten met een bipolaire affectieve stoornis. Sommige personen met cyclothymie ontwikkelen tenslotte een bipolaire affectieve stoornis. | Neventerm: | affectieve persoonlijkheidsstoornis | cycloïde persoonlijkheid | cyclothyme persoonlijkheid
Définition: Instabilité persistante de l'humeur, comportant de nombreuses périodes de dépression ou d'exaltation légère (hypomanie), mais dont aucune n'est suffisamment sévère ou prolongée pour justifier un diagnostic de trouble affectif bipolaire (F31.-) ou de trouble dépressif récurrent (F33.-). Le trouble se rencontre fréquemment dans la famille de sujets ayant un trouble affectif bipolaire et certains sujets cyclothymiques sont eux-mêmes atteints ultérieurement d'un trouble affectif bipolaire. | Personnalité:affective | cycloïde | cyclothymique

TRADUCTIONS EN CONTEXTE

Het aandeel personen waarbij tandsteen en/of overhangende vullingen (pockets ≤3 mm) werd genoteerd is het grootst voor de leeftijdsgroepen 65-79 en 80-89 jaar.
La part de personnes pour lesquelles on a enregistré du tartre et/ou des obturations débordantes (poches de ≤3 mm) était la plus élevée pour les groupes d’âge de 65-79 ans et de 80-89 ans.

De hoogste proportie van personen met tandsteen (62%) en met tandplaque (82%) werd genoteerd voor ouderen met zorggraad A. Verschillen waren enkel significant voor tandplaque voor de groep van ouderen met de zorggraad A vergeleken met de groep van ouderen met de zorggraad O (p=0,001) en met zorggraad C (p=0,02).
La proportion la plus élevée de personnes présentant du tartre (62%) et de la plaque dentaire (82%) a été enregistrée pour les personnes âgées d’un degré de soins A. Les différences se sont uniquement avérées significatives pour le groupe de personnes âgées présentant un degré de soins A en comparaison avec le groupe de personnes âgées d’un degré de soins O (p=0,001) et C (p=0,02).

Verder bleek er voor de groep van de personen van 65 jaar of ouder een significant verband te bestaan tussen het rapporteren van een esthetisch mondprobleem en de aanwezigheid van plaque (p=0,02) en tandsteen (p=0,01) op de natuurlijke tanden, de aanwezigheid van plaque op de gebitsprothese in de bovenkaak en onderkaak (p=0,04) en tandsteen op de gebitsprothese in de bovenkaak en in de onderkaak (p=0,01).
En outre, il s’est avéré que, pour le groupe de personnes de 65 ans ou plus, il existe en rapport entre le signalement d’un problème buccal esthétique et la présence de plaque dentaire (p=0,02) et de tartre (p=0,01) sur les dents naturelles, la présence de plaque dentaire sur la prothèse dentaire au niveau de la mâchoire supérieure et de la mâchoire inférieure (p=0,04) et de tartre sur la prothèse dentaire au niveau de la mâchoire supérieure et de la mâchoire inférieure (p=0,01).

Uit tabel 3.5.33 blijkt dat het aandeel personen ≥65 jaar met gebitsprothesen met plaque en tandsteen groter is voor bewoners van woonzorgcentra in vergelijking met personen in de thuissituatie.
Du tableau 3.5.33, il ressort que la part de personnes de ≥65 ans avec des prothèses dentaires présentant de la plaque dentaire et du tartre est supérieure pour les résidents de maisons de repos de soins en comparaison avec les personnes en situation de domicile.

Bij de 236 personen die nog natuurlijke tanden hadden werd vastgesteld dat er tandsteen aanwezig was bij 77%, afgebroken tanden bij 47%, tandbederf bij 53% en mobiele tanden bij 14% [niet gepubliceerde data Amor-project].
Parmi les 236 personnes qui possédaient encore des dents naturelles, on a constaté la présence de tartre dans 77% des cas, des dents cassées dans 47% des cas, des caries dentaires dans 53% des cas et des dents mobiles dans 14% des cas [données non publiées du projet Amor].

Aanwezigheid van zichtbare tandplaque en tandsteen bij alle personen met beperkingen
Présence de plaque dentaire visible et de tartre parmi toutes les personnes limitées

De percentages gebitsprothesen met tandsteen waren het hoogst voor de personen met zorggraad B en A maar deze verschillen waren niet significant.
Les pourcentages de prothèses dentaires avec tartre étaient les plus élevés pour les personnes d’un degré de soins B et A mais ces différences ne se sont pas avérées significatives.