Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Vertaling van "während einer angemessenen übergangszeit nicht " (Duits → Nederlands) :

Wenn im Rahmen der Umweltgenehmigung, deren Umwandlung aufgrund von Artikel 390 des vorerwähnten Dekrets beantragt wird, eine angemessene Beurteilung vorgenommen oder eine Stellungnahme der für den Naturerhaltung zuständigen Verwaltung erteilt wurde, aus der hervorgeht, dass die Durchführung einer angemessenen Beurteilung nicht erforderlich war, sind die Verpflichtungen von Artikel 36ter § 3 erfüllt'.

Indien in het kader van de milieuvergunning waarvan de omzetting krachtens artikel 390 van het voormeld decreet wordt gevraagd, een passende beoordeling werd uitgevoerd of een advies van de administratie bevoegd voor natuurbehoud is verleend waaruit blijkt dat het uitvoeren van een passende beoordeling niet vereist was, is voldaan aan de verplichtingen van artikel 36ter, § 3'.


Bei der Umwandlung im Sinne von Artikel [390] sind jedoch die Anforderungen von Artikel 36ter § 3 des Dekrets vom 19. Juli 2002 über die Naturerhaltung und die natürlichen Lebensräume erfüllt, wenn durch den Betreiber wohl eine angemessene Beurteilung durchgeführt oder eine Stellungnahme der für die Naturerhaltung zuständigen Verwaltung erteilt wurde, aus der hervorgeht, dass die Durchführung einer angemessenen Beurteilung nicht erforderlich war.

Bij de omzetting als vermeld in artikel [390] is evenwel voldaan aan artikel 36ter, § 3 van het decreet van 19 juli 2002 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu indien door de exploitant wel een passende beoordeling werd uitgevoerd of een advies van de administratie bevoegd voor natuurbehoud is verleend waaruit blijkt dat het uitvoeren van een passende beoordeling niet vereist was.


Ebenso sollte die Verwendung von Kältemitteln mit einem Treibhauspotenzial (GWP) von über 2500 zur Wartung und Instandhaltung von Kälteanlagen mit einer Betriebstemperatur von –50 °C oder darunter und mit einer Füllkapazität, die 50 Tonnen CO2 entspricht, nach einer angemessenen Übergangszeit untersagt werden.

Evenzo moet, met een passende overgangstermijn, het gebruik van koelvloeistoffen met een zeer hoog aardopwarmingsvermogen ("GWP") van meer dan 2500, worden verboden voor het servicen of onderhouden van koelapparatuur die ontworpen is voor een bedrijfstemperatuur van -50°C of hoger en met een hoeveelheid koelmiddelvulling equivalent aan 50 ton CO2 of meer.


Ebenso sollte die Verwendung von Kältemitteln mit einem Treibhauspotenzial (GWP) von über 2500 zur Wartung und Instandhaltung von Kälteanlagen mit einer Füllkapazität, die 50 Tonnen CO2 oder mehr entspricht, nach einer angemessenen Übergangszeit untersagt werden.

Evenzo moet, met een passende overgangstermijn, het gebruik van koelvloeistoffen met een zeer hoog aardopwarmingsvermogen ("GWP") van meer dan 2500, worden verboden voor het servicen of onderhouden van koelapparatuur met een hoeveelheid koelmiddelvulling equivalent aan 50 ton CO2 of meer.


Ebenso sollte die Verwendung von Kältemitteln mit sehr hohem Treibhauspotenzial (GWP) zur Wartung und Instandhaltung von Kälteanlagen mit einer Füllkapazität, die 5 Tonnen CO2 entspricht, nach einer angemessenen Übergangszeit untersagt werden.

Evenzo moet, met een passende overgangstermijn, het gebruik van koelvloeistoffen met een zeer hoog aardopwarmingsvermogen ("GWP") worden verboden voor het servicen of onderhouden van koelapparatuur met een hoeveelheid koelmiddelvulling equivalent aan 5 ton CO2 of meer.


Obwohl in dem durch den angefochtenen Artikel 226 abgeänderten Artikel 36ter § 3 Absatz 2 des Dekrets vom 21. Oktober 1997 über die Naturerhaltung und die natürlichen Lebensräume ausdrücklich festgelegt ist, dass die Durchführung einer angemessenen Beurteilung wohl verpflichtend gilt, wenn die bloße Erneuerung der Genehmigung oder die Umwandlung einer Umweltgenehmigung in eine Umgebungsgenehmigung für unbestimmte Dauer sich auf Tätigkeiten bezieht, die materielle Eingriffe in die Umwelt zur Folge haben, reicht diese Bestimmung nicht aus, um den vorerwä ...[+++]

Hoewel in het door het bestreden artikel 226 gewijzigde artikel 36ter, § 3, tweede lid, van het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu uitdrukkelijk wordt bepaald dat het uitvoeren van een passende beoordeling wel verplicht is indien de loutere hernieuwing van de vergunning of de omzetting van een milieuvergunning naar een omgevingsvergunning voor onbepaalde duur, betrekking heeft op activiteiten die fysieke ingrepen in het leefmilieu tot gevolg hebben, is die bepaling niet voldoende om tegemoet te komen aan de bovenvermelde eisen die door ...[+++]


Bekanntmachung vorgeschrieben durch Artikel 74 des Sondergesetzes vom 6. Januar 1989 In seinem Entscheid vom 20. April 2016 in Sachen des belgischen Staates gegen die « Etablissements Jean Wust » AG, in Anwesenheit der « CBC Banque » AG, und in Sachen der « Etablissements Jean Wust » AG gegen die « CBC Banque » AG, in Anwesenheit des belgischen Staates, dessen Ausfertigung am 4. Mai 2016 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen ist, hat der Appellationshof Lüttich folgende Vorabentscheidungsfrage gestellt: « Verstößt Artikel 251 des Einkommensteuergesetzbuches 1964 (jetzt Artikel 346 des Einkommensteuergesetzbuches 1992) in der auf die Streitsache anwendbaren Fassung gegen Artikel 170 der Verfassung, dahin ausgelegt, dass er es der V ...[+++]

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest van 20 april 2016 in zake de Belgische Staat tegen de nv « Etablissements Jean Wust », in aanwezigheid van de nv « CBC Banque », en in zake de nv « Etablissements Jean Wust » tegen de nv « CBC Banque », in aanwezigheid van de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 4 mei 2016, heeft het Hof van Beroep te Luik de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 251 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1964 (thans artikel 346 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992), zoals van toepassing op het geding, artikel 170 van de Grondwet in de interpretatie volgens welke het de administratie zou toesta ...[+++]


Unter Berücksichtigung des Umstandes, dass die in den angefochtenen Artikeln angeführten Fristen Höchstfristen sind, die dazu dienen, das Verfahren vor der Kammer zum Schutz der Gesellschaft zu organisieren, unter Achtung des Schutzes der Interessen des Internierten und der Gesellschaft, und unter Berücksichtigung der Rechtsprechung des Europäischen Gerichtshofes für Menschenrechte, wonach die Aufnahme in einer Facheinrichtung nach der Internierungsentscheidung innerhalb einer angemessenen Frist erfolgen muss, sind die angefochtenen Bes ...[+++]

Rekening houdend met de omstandigheid dat de in de bestreden artikelen vermelde termijnen, maximumtermijnen zijn die tot doel hebben de procedure voor de kamer voor de bescherming van de maatschappij te organiseren, met aandacht voor de bescherming van de belangen van de geïnterneerden en van de maatschappij, en rekening houdend met de rechtspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens, ten gevolge waarvan de opname in een gespecialiseerde instelling na de interneringsbeslissing dient te gebeuren binnen een redelijke termijn, zijn de bestreden bepalingen niet onbestaan ...[+++]


(20) Den Herstellern sollte die Möglichkeit eingeräumt werden, ihre vor dem Inkrafttreten dieser Richtlinie erworbenen Rechte während einer angemessenen Übergangszeit weiter auszuüben.

(20) Fabrikanten moeten gedurende een redelijke overgangsperiode de mogelijkheid hebben, gebruik te maken van hun voor de inwerkingtreding van deze richtlijn verkregen rechten.


Darüber hinaus werden die Bewohner der neu integrierten Länder als Bürger zweiter Klasse angesehen, die während einer langen Übergangszeit nicht die gleichen Recht haben werden wie die anderen, besonders das Recht, sich dort niederzulassen oder zu arbeiten, wo es ihnen gefällt.

De inwoners van de landen die net zijn toegetreden worden bovendien beschouwd als burgers van een tweederangs gebied die gedurende een lange overgangsperiode niet dezelfde rechten zullen hebben als burgers van andere lidstaten, in het bijzonder het recht te werken of zich vestigen waar men wil.


w