C. in der Erwägung, dass die Europäische Union nicht in der Lage ist, eine wirklich kohärente und wirksame Außenpolitik gegenüber seinen Partnerländern zu verfolgen, insbesondere unter Hinweis darauf, dass die Mechanismen für die Zusammenarbeit zwischen der EU und Tunesien mangelhaft sind, und in der Erwägung, dass es erneut die systematische Ergänzung der Menschenrechtsklauseln in den Assoziationsabkommen um einem Mechanismus zur wirksamen Durchsetzung dieser Klauseln fordert, sowie in Erwägung der derzeit laufenden notwendigen Neugestaltung der Nachbarschaftspolitik,
C. overwegende dat de EU niet in staat is een echt samenhangend en doeltreffend buitenlands beleid ten aanzien van haar partners te ontwikkelen; met name nota nemend van de zwakke samenwerkingsmechanismen tussen de EU en Tunesië en andermaal wijzend op het verzoek van het Europees Parlement om de mensenrechtenclausules in de associatieovereenkomsten systematisch vergezeld te laten gaan van een mechanisme om deze clausules daadwerkelijk toe te passen, overwegende dat het derhalve noodzakelijk is het huidige nabuurschapsbeleid te herzien,
