Artikel 2 dieses Gesetzes erteilt « ein ausschliessliches und zeitweiliges Nutzungsrecht », dessen Inhalt und Tragweite hinsichtlich Dritter die Artikel 26 und 27 ausführlich darlegen; der Verstoss gegen dieses Recht stellt eine Verletzung dar, die von den Artikeln 52 bis 54 desselben Gesetzes mit Strafe belegt wird, einschliesslich des Falls, in dem der Täter guten Glaubens war.
Artikel 2 ervan verleent « een uitsluitend en tijdelijk recht van exploitatie », waarvan de artikelen 26 en 27 de inhoud en de draagwijdte ten aanzien van derden preciseren; de schending van dat recht vormt een inbreuk die de artikelen 52 tot 54 van dezelfde wet strafbaar stellen, met inbegrip van het geval waarin de dader te goeder trouw is.