Om te slagen voor het eerste gedeelte (passieve en actieve kennis van de juridische woordenschat) van de proef over de schriftelijke kennis georganiseerd overeenkomstig het artikel 4, § 1, van het hierboven vermelde koninklijk besluit van 13 maart 2007, dient de kandidaat juist te antwoorden op 100 vragen van een totaal van 140.
Pour réussir la première partie (connaissance passive et active de la terminologie juridique) de l'épreuve portant sur la connaissance écrite organisée conformément à l'article 4, § 1, de l'arrêté royal du 13 mars 2007 susmentionné, le candidat doit répondre correctement à 100 questions sur un total de 140.