§ 1. Behoudens bij behoorlijk bewezen overmacht, dient het slachtoffer de aanvraag om gerechtelijke bijstand, bedoeld in artikel 51 decies, § 2, en/of psychologische bijstand, bedoeld in artikel 51 decies, § 3, in bij aangetekend schrijven met ontvangstbewijs, binnen de maand volgend op het gebeuren van de feiten.
Sauf cas de force majeure dûment justifiée, la victime introduit la demande d'assistance en justice visée à l'article 51decies, § 2, et/ou psychologique visée à l'article 51decies, § 3, par lettre recommandée avec accusé de réception, dans le mois qui suit la survenance des faits.