De wet van 25 mei 2000 betreffende het in disponibiliteit stellen van bepaalde militairen van het actief kader van de krijgsmacht, die in de zaak nr. 2094 in het geding is, bepaalt welke militairen die maatregel kunnen genieten, en preciseert de toekenningsvoorwaarden ervan, alsmede het statuut, zowel van de militairen die hebben gevraagd de maatregel te kunnen genieten of aan wie die maatregel is opgelegd, als de militairen die de toepassing van die maatregel niet hebben gevraagd.
La loi du 25 mai 2000 relative à la mise en disponibilité de certains militaires du cadre actif des forces armées, en cause dans l'affaire n° 2094, précise les militaires susceptibles de bénéficier de cette mesure, ses conditions d'octroi ainsi que le statut tant des militaires qui ont demandé à en bénéficier ou auxquels elle a été imposée que de ceux qui n'ont pas demandé le bénéfice de cette mesure.