3. Een interpellatieverzoek dat wordt ingediend binnen een maand nadat een interpellatie over hetzelfde onderwerp is gehouden, kan door de voorzitter van de Kamer onontvankelijk worden verklaard.
3. Le président de la Chambre peut déclarer irrecevable une demande d'interpellation introduite dans le mois qui suit le développement d'une interpellation sur le même objet.