Dit amendement 52 doet het concept teniet dat kerken en organisaties die gebaseerd zijn op religieuze of persoonlijke overtuigingen, de status behouden die zij onder nationaal recht hebben. Tegelijkertijd houden artikel 3 en de daarmee overeenkomende overweging 18, in de formulering zoals die in de amendementen 51 en 29 van het verslag wordt voorgesteld, mijns inziens een beperking in van de reikwijdte van de bevoegdheden van de lidstaten wat betreft de toegang tot onderwijsinstellingen die gebaseerd zijn op godsdienst of overtuiging.
Cet amendement 52 nie le principe de préservation du statut accordé en droit national aux églises et aux organisations fondées sur des convictions religieuses ou personnelles. Parallèlement, je pense que l’article 3 et le considérant 18 qui lui correspond limitent, selon la formulation proposée par les amendements 51 et 29 de ce rapport, les compétences des États membres en termes d’accès aux institutions d’éducation sur la base de la religion ou des convictions personnelles.