Rekening houdend met het voorgaande en ge
let op het feit dat euthanasie slechts op een niet-ontvoogde minderjarige patiënt kan worden toegepast wanneer die patiënt zich in een medisch uitzichtloze toestand bevindt van aanhoudend en ondraaglijk fysiek lijden dat niet gelenigd kan worden en « dat binnen afzienbare termijn het overlijden tot gevolg heeft », vermocht de wetgever redelijkerw
ijze van oordeel te zijn dat het, gezien het uit het recht op eerbiediging van het privéleven voortvloeiende recht van de patiënt om levensbeëindigende
...[+++] keuzes te maken ter voorkoming van een onwaardig en pijnlijk levenseinde, niet aangewezen is te voorzien in een specifieke jurisdictionele procedure ter betwisting van het oordeel van de voormelde beroepsbeoefenaars betreffende het vermogen van de minderjarige om de werkelijke draagwijdte van zijn verzoek tot euthanasie en de daaraan verbonden gevolgen te kunnen inschatten.Compte tenu de ce qui précède et eu
égard au fait que l'euthanasie ne peut être pratiquée sur un patient mineur non émancipé que si celui-ci se trouve dans une situation médicale sans issue de souffrance physique constante et insupportable ne pouvant être apaisée et « entraînant le décès à brève échéance », le législateur a pu raisonnablement considérer qu'eu égard au droit du patient de choisir de mettre fin à sa vie pour éviter une fin de vie indigne et pénible, qui découle du droit au respect de la vie privée, il ne s'indiquait pas de prévoir une procédure juridictionnelle spécifique pour contester l'avis des praticiens concernés quan
...[+++]t à la capacité du mineur à évaluer la portée réelle de sa demande d'euthanasie et aux conséquences de celle-ci.