Traduction de «zoals alle anti-epileptica » (Néerlandais → Français) :

Aangezien de klinische relevantie van die interactie niet werd geëvalueerd, kan gelijktijdige toediening van geneesmiddelen zoals rifampicine, anti-epileptica (bv. fenytoïne en carbamazepine) en kruidenpreparaten die Hypericum perforatum (sint-janskruid) bevatten, die alle CYP3A4 induceren, de doeltreffendheid van Exemarom verminderen.
Etant donné que la pertinence clinique de cette interaction n’a pas été évaluée, la co-administration de médicaments connus comme inducteurs du CYP3A4 tels que la rifampicine, les anticonvulsivants (p. ex. phénytoïne et carbamazépine) et les préparations à base de millepertuis (Hypericum perforatum) pourrait réduire l’efficacité d’Exemarom.

Stopzetting Zoals alle anti-epileptica dient Oxcarbazepine Mylan geleidelijk te worden stopgezet om het risico van toename van de epilepsiefrequentie te verkleinen.
Arrêt du médicament Comme pour tous les médicaments antiépileptiques, Oxcarbazepine Mylan doit être arrêté progressivement pour minimiser le risque d'augmentation de la fréquence des crises.

De metabolisering van oestrogenen (en progestagenen) kan toenemen bij gelijktijdig gebruik van stoffen waarvan bekend is dat ze geneesmiddel-metaboliserende enzymen induceren, met name cytochroom-P450-enzymen, zoals de anti-epileptica (bv. fenobarbital, fenytoïne, carbamazepine) en de anti-infectieuze middelen (bv. rifampicine, rifabutine, nevirapine, efavirenz).
Le métabolisme des œstrogènes (et des progestatifs) peut être augmenté par l’utilisation simultanée de substances connues pour induire les enzymes qui métabolisent les médicaments, plus spécifiquement les enzymes du cytochrome P450, comme les anticonvulsivants (p.ex. le phénobarbital, la phénytoïne, la carbamazépine) et les anti-infectieux (p.ex. la rifampicine, la rifabutine, la névirapine, l’éfavirenz).

- krachtige enzym-inductoren zoals barbituraten, anti-epileptica (b.v. fenytoïne), rifampicine, fenylbutazon en griseofulvine, die een versnelde metabolisatie t.h.v. de lever veroorzaken.
les inducteurs enzymatiques puissants telles que: barbituriques, anti-épileptiques (p.ex. phénytoïne), rifampicine, phénylbutazone et griséofulvine, qui accélèrent la métabolisation au niveau du foie.

- krachtige enzyminductoren zoals barbituraten, anti-epileptica (fenytoïne), rifampicine, fenylbutazon, spironolacton en griseofulvine.
- les inducteurs enzymatiques puissants comme les barbituriques, les anti-épileptiques (phénytoïne), la rifampicine, la phénylbutazone, la spironolactone et la griséofulvine.

- Het regelmatig innemen van andere geneesmiddelen (zoals barbituraten, anti-epileptica (b.v. fenytoïne), rifampicine, fenylbutazon en griseofulvine, bepaalde antibiotica (b.v. ampicilline, tetracyclines) kan de werking van Primolut-Nor verminderen.
- La prise régulière d’autres médicaments (comme les barbituriques, les anti-épileptiques (p.ex. phénytoïne), la rifampicine, la phénylbutazone et la griséofulvine, certains antibiotiques (p.ex. ampicilline, tétracyclines) peut diminuer l’effet de Primolut-Nor.

Als u de behandeling stopzet, moet Levetiracetam Sandoz net zoals andere anti-epileptica geleidelijk worden stopgezet om een toename van de aanvallen te vermijden.
Si vous arrêtez de prendre Levetiracetam Sandoz Si vous arrêtez le traitement, comme les autres médicaments antiépileptiques, Levetiracetam Sandoz doit être arrêté progressivement pour éviter une augmentation des crises.

ATC Therapeutische Hoofdgroep Vrouwen Mannen 0-20 jaar 21-40 jaar 41-60 jaar 61-80 jaar 81 jaar en + 0-20 jaar 21-40 jaar 41-60 jaar 61-80 jaar 81 jaar en + L03 IMMUNOSTIMULANTIA 0,0 0,6 0,9 0,3 0,0 0,0 0,3 0,5 0,4 0,2 L04 IMMUNOSUPPRESSIVA 0,2 1,0 1,8 1,5 0,4 0,2 1,2 2,3 2,3 0,5 M01 ANTI-INFLAMMATOIRE EN ANTIREUMATISCHE MIDDELEN 6,9 28,2 52,3 110,7 105,1 5,3 23,2 38,4 68,1 69,7 M03 SPIERRELAXANTIA 0,1 0,3 0,9 1,0 0,7 0,1 0,5 1,0 1,4 0,8 M04 JICHTMIDDELEN 0,0 0,2 2,9 13,0 17,5 0,1 1,5 16,2 38,2 32,7 M05 MIDDELEN VOOR DE BEHANDELING VAN BEENDERZIEKTEN 0,0 0,1 5,1 33,5 24,1 0,0 0,0 0,2 0,7 0,7 M09 OVERIGE MIDDELEN VOOR AANDOENINGEN VAN HET SKELETSPIERSTELSE 0,1 0,7 1,6 1,4 0,7 0,0 0,1 0,4 0,6 0,4 N01 ANESTHETICA 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 N02 ANALGETICA 0,2 3,3 13,4 30,8 47,5 0,1 2,9 11,1 20,7 23,8 N03 ANTI-EPILEPTICA 2,2 5,9 8,9 8,8 8,0 2,6 7,4 10,2 10,7 9,5 N04 PARKINSONMIDDELEN 0,0 0,5 1,9 12,7 26,7 0,1 0,9 2,7 15,2 26,4 N05 PSYCHOLEPTICA 0,5 5,2 13,6 15,1 25,2 1,2 8,0 12,7 10,8 15,1 N06 PSYCHOANALEPTICA 2,7 39,2 90,8 110,9 156,7 1,6 18,7 41,1 51,4 81,1 N07 OVERIGE MIDDELEN VOOR HET CENTRAAL ZENUWSTELSEL 0,1 1,8 7,4 24,4 45,3 0,1 1,0 3,7 12,5 28,5 P01 ANTIPROTOZOAIRE MIDDELEN 0,0 0,2 0,2 0,1 0,1 0,0 0,1 0,1 0,1 0,1 P02 ANTHELMINTHICA 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 R01 MIDDELEN VOOR NASAAL GEBRUIK 6,9 10,7 12,9 13,5 9,6 7,8 8,4 11,0 15,7 11,4 R03 MIDDELEN VOOR OBSTRUCTIEVE AANDOENINGEN VAN DE LUCHTWEGEN 20,7 21,9 46,8 91,0 92,9 28,0 20,3 50,0 185,1 210,0 R05 HOEST- EN VERKOUDHEIDSMIDDELEN 0,9 2,3 4,8 10,1 16,3 0,9 1,7 4,8 23,3 37,8 R06 ANTIHISTAMINICA VOOR SYSTEMISCH GEBRUIK 9,8 13,4 18,6 22,0 30,5 11,3 8,7 10,3 14,6 22,5 R07 OVERIGE MIDDELEN VOOR HET ADEMHALINGSSTELSEL 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,1 S01 MIDDELEN VOOR OOGHEELKUNDIG GEBRUIK 3,1 3,0 10,5 48,3 82,3 3,3 2,9 9,5 41,1 71,5 S02 MIDDELEN VOOR OORHEELKUNDIG GEBRUIK 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,0 0,1 0,1 0,1 S03 OOG- EN OORHEELKUNDIGE MIDDELEN 4,1 2,4 3,5 6,9 10,5 6,5 1,8 2,5 5,7 9 ...
ATC Groupe thérapeutique principal Femmes Hommes 0-20 ans 21-40 ans 41-60 ans 61-80 ans 81 ans et + 0-20 ans 21-40 ans 41-60 ans 61-80 ans 81 ans et + L03 IMMUNOSTIMULANTS 0,0 0,6 0,9 0,3 0,0 0,0 0,3 0,5 0,4 0,2 L04 IMMUNOSUPPRESSEURS 0,2 1,0 1,8 1,5 0,4 0,2 1,2 2,3 2,3 0,5 M01 ANTI-INFLAMMATOIRES ET ANTIRHUMATISMAUX 6,9 28,2 52,3 110,7 105,1 5,3 23,2 38,4 68,1 69,7 M03 MYORELAXANTS 0,1 0,3 0,9 1,0 0,7 0,1 0,5 1,0 1,4 0,8 M04 ANTIGOUTTEUX 0,0 0,2 2,9 13,0 17,5 0,1 1,5 16,2 38,2 32,7 M05 MEDICAMENTS POUR LE TRAITEMENT DES MALADIES OSSEUSES 0,0 0,1 5,1 33,5 24,1 0,0 0,0 0,2 0,7 0,7 M09 SYSTEME MUSCULAIRE ET SQUELETTIQUE, AUTRES PREPARATIONS 0,1 0,7 1,6 1,4 0,7 0,0 0,1 0,4 0,6 0,4 N01 ANESTHESIQUES 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 N02 ANALGESIQUES 0,2 3,3 13,4 30,8 47,5 0,1 2,9 11,1 20,7 23,8 N03 ANTIEPILEPTIQUES 2,2 5,9 8,9 8,8 8,0 2,6 7,4 10,2 10,7 9,5 N04 ANTIPARKINSONIENS 0,0 0,5 1,9 12,7 26,7 0,1 0,9 2,7 15,2 26,4 N05 PSYCHOLEPTIQUES 0,5 5,2 13,6 15,1 25,2 1,2 8,0 12,7 10,8 15,1 N06 PSYCHOANALEPTIQUES 2,7 39,2 90,8 110,9 156,7 1,6 18,7 41,1 51,4 81,1 N07 AUTRES MEDICAMENTS DU SYSTEME NERVEUX CENTRAL 0,1 1,8 7,4 24,4 45,3 0,1 1,0 3,7 12,5 28,5 P01 ANTIPROTOZOAIRES 0,0 0,2 0,2 0,1 0,1 0,0 0,1 0,1 0,1 0,1 P02 ANTIHELMINTIQUES 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 R01 PREPARATIONS POUR LE TRAITEMENT DES AFFECTIONS NASALES 6,9 10,7 12,9 13,5 9,6 7,8 8,4 11,0 15,7 11,4 R03 PREPARATIONS POUR LES AFFECTIONS RESPIRATOIRES OBSTRUCTIVES 20,7 21,9 46,8 91,0 92,9 28,0 20,3 50,0 185,1 210,0 R05 ANTITUSSIFS ET PREPARATIONS CONTRE LES REFROIDISSEMENTS 0,9 2,3 4,8 10,1 16,3 0,9 1,7 4,8 23,3 37,8 R06 ANTIHISTAMINIQUES A USAGE SYSTEMIQUE 9,8 13,4 18,6 22,0 30,5 11,3 8,7 10,3 14,6 22,5 R07 AUTRES PREPARATIONS POUR LE SYSTEME RESPIRATOIRE 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,1 S01 PREPARATIONS OPHTALMIQUES 3,1 3,0 10,5 48,3 82,3 3,3 2,9 9,5 41,1 71,5 S02 PREPARATIONS A USAGE AURICULAIRE 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,0 0,1 0,1 0,1 S03 PREPARATIONS A USAGE OPHTALMIQUE ET AURICULAI ...

M01 ANTI-INFLAMMATOIRE EN ANTIREUMATISCHE MIDDELEN 6,9 28,2 53,3 101,0 93,2 5,4 23,7 39,4 65,7 65,2 M03 SPIERRELAXANTIA 0,1 0,3 0,9 1,0 0,7 0,1 0,6 1,0 1,4 0,9 M04 JICHTMIDDELEN 0,0 0,2 2,8 12,8 17,7 0,0 1,4 15,7 39,0 34,7 M05 MIDDELEN VOOR DE BEHANDELING VAN BEENDERZIEKTEN 0,0 0,1 7,7 50,7 42,2 0,0 0,1 1,0 4,1 4,7 M09 OVERIGE MIDDELEN VOOR AANDOENINGEN VAN HET SKELETSPIERSTELSEL 0,1 0,7 1,6 1,4 0,6 0,0 0,1 0,4 0,6 0,4 N01 ANESTHETICA 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 N02 ANALGETICA 0,2 3,3 13,3 29,7 43,2 0,1 2,9 10,8 19,1 21,8 N03 ANTI-EPILEPTICA 2,2 6,1 9,2 9,0 7,9 2,6 7,7 10,7 10,8 9,5 N04 PARKINSONMIDDELEN 0,0 0,5 1,9 12,8 26,4 0,1 0,9 2,8 15,9 26,8 N05 PSYCHOLEPTICA 0,5 5,3 13,4 15,0 24,8 1,4 8,6 13,0 11,0 15,4 N06 PSYCHOANALEPTICA 3,0 40,3 94,7 120,6 176,2 1,8 20,1 44,1 58,2 97,5 N07 OVERIGE MIDDELEN VOOR HET CENTRAAL ZENUWSTELSEL 0,1 1,8 7,7 26,0 49,9 0,1 1,0 4,0 13,6 31,8 P01 ANTIPROTOZOAIRE MIDDELEN 0,0 0,2 0,2 0,1 0,1 0,0 0,1 0,1 0,1 0,1 P02 ANTHELMINTHICA 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 R01 MIDDELEN VOOR NASAAL GEBRUIK 6,3 10,0 12,5 13,7 10,2 7,3 8,0 10,8 16,1 13,0 R03 MIDDELEN VOOR OBSTRUCTIEVE AANDOENINGEN VAN DE LUCHTWEGEN 20,3 19,6 43,1 84,0 88,2 28,2 17,9 44,8 163,9 192,0 R05 HOEST- EN VERKOUDHEIDSMIDDELEN 1,6 3,8 7,7 16,0 26,6 1,6 3,0 7,5 32,4 55,4 R06 ANTIHISTAMINICA VOOR SYSTEMISCH GEBRUIK 10,4 14,8 20,6 25,0 35,6 12,0 9,6 11,6 17,0 26,4 R07 OVERIGE MIDDELEN VOOR HET ADEMHALINGSSTELSEL 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 S01 MIDDELEN VOOR OOGHEELKUNDIG GEBRUIK 3,3 3,2 10,9 50,7 86,2 3,5 3,0 10,0 44,3 80,1 S02 MIDDELEN VOOR OORHEELKUNDIG GEBRUIK 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,0 0,1 0,1 0,1 S03 OOG- EN OORHEELKUNDIGE MIDDELEN 3,9 2,2 3,2 6,5 9,7 6,5 1,8 2,4 5,5 8,9 V01 ALLERGENEN 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 V03 ALLE OVERIGE THERAPEUTISCHE MIDDELEN 0,0 0,0 0,2 0,7 0,8 0,0 0,0 0,2 1,6 2,1 V04 DIAGNOSTICA 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 V06 ALGEMENE VOEDINGSSTOFFEN 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 V07 ALLE OVERIG ...
ATC Groupe thérapeutique principal Femmes Hommes 0-20 ans 21-40 ans 41-60 ans 61-80 ans 81 ans et + 0-20 ans 21-40 ans 41-60 ans 61-80 ans 81 ans et + L03 IMMUNOSTIMULANTS 0,0 0,8 1,1 0,3 0,0 0,0 0,4 0,7 0,5 0,1 L04 IMMUNOSUPPRESSEURS 0,2 1,1 2,1 2,0 0,5 0,2 1,3 2,5 2,7 0,6 M01 ANTI-INFLAMMATOIRES ET ANTIRHUMATISMAUX 6,9 28,2 53,3 101,0 93,2 5,4 23,7 39,4 65,7 65,2 M03 MYORELAXANTS 0,1 0,3 0,9 1,0 0,7 0,1 0,6 1,0 1,4 0,9 M04 ANTIGOUTTEUX 0,0 0,2 2,8 12,8 17,7 0,0 1,4 15,7 39,0 34,7 M05 MEDICAMENTS POUR LE TRAITEMENT DES MALADIES OSSEUSES 0,0 0,1 7,7 50,7 42,2 0,0 0,1 1,0 4,1 4,7 M09 SYSTEME MUSCULAIRE ET SQUELETTIQUE, AUTRES PREPARATIONS 0,1 0,7 1,6 1,4 0,6 0,0 0,1 0,4 0,6 0,4 N01 ANESTHESIQUES 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 N02 ANALGESIQUES 0,2 3,3 13,3 29,7 43,2 0,1 2,9 10,8 19,1 21,8 N03 ANTIEPILEPTIQUES 2,2 6,1 9,2 9,0 7,9 2,6 7,7 10,7 10,8 9,5 N04 ANTIPARKINSONIENS 0,0 0,5 1,9 12,8 26,4 0,1 0,9 2,8 15,9 26,8 N05 PSYCHOLEPTIQUES 0,5 5,3 13,4 15,0 24,8 1,4 8,6 13,0 11,0 15,4 N06 PSYCHOANALEPTIQUES 3,0 40,3 94,7 120,6 176,2 1,8 20,1 44,1 58,2 97,5 N07 AUTRES MEDICAMENTS DU SYSTEME NERVEUX CENTRAL 0,1 1,8 7,7 26,0 49,9 0,1 1,0 4,0 13,6 31,8 P01 ANTIPROTOZOAIRES 0,0 0,2 0,2 0,1 0,1 0,0 0,1 0,1 0,1 0,1 P02 ANTIHELMINTIQUES 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 R01 PREPARATIONS POUR LE TRAITEMENT DES AFFECTIONS NASALES 6,3 10,0 12,5 13,7 10,2 7,3 8,0 10,8 16,1 13,0 R03 PREPARATIONS POUR LES AFFECTIONS RESPIRATOIRES OBSTRUCTIVES 20,3 19,6 43,1 84,0 88,2 28,2 17,9 44,8 163,9 192,0 R05 ANTITUSSIFS ET PREPARATIONS CONTRE LES REFROIDISSEMENTS 1,6 3,8 7,7 16,0 26,6 1,6 3,0 7,5 32,4 55,4 R06 ANTIHISTAMINIQUES A USAGE SYSTEMIQUE 10,4 14,8 20,6 25,0 35,6 12,0 9,6 11,6 17,0 26,4 R07 AUTRES PREPARATIONS POUR LE SYSTEME RESPIRATOIRE 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 S01 PREPARATIONS OPHTALMIQUES 3,3 3,2 10,9 50,7 86,2 3,5 3,0 10,0 44,3 80,1 S02 PREPARATIONS A USAGE AURICULAIRE 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,0 0,1 0,1 0,1 S03 PREPARATIONS A USAGE OPHTALMIQUE ET AURICUL ...

Terwijl geneesmiddelen zoals antidepressiva en anti-epileptica vaak reële indicaties hebben bij de bejaarde persoon, hebben andere geneesmiddelen zoals benzodiazepines, dit vaak niet [zie ook het themanummer " Verantwoord gebruik van benzodiazepines" in de Folia van oktober 2002 ].
Alors que des médicaments comme les antidépresseurs et les antiépileptiques ont souvent des indications réelles chez la personne âgée, d’autres médicaments telles les benzodiazépines n’en ont souvent pas [voir aussi le numéro thématique " Usage rationnel des benzodiazépines" dans les Folia d’ octobre 2002 ].