Traduction de «verhouding csv plasma-auc hangt » (Néerlandais → Français) :

De penetratie in het CSV te oordelen naar de verhouding CSV/plasma-AUC hangt niet af van de nierfunctie en was ongeveer 25% voor aciclovir en de metaboliet 8-OH-ACV en ongeveer 2,5% voor de metaboliet CMMG.
La pénétration dans le LCR, déterminée par le rapport LCR/AUC plasmatique, est indépendante de la

Bij toediening van 1 mg/kg busulfan om de 6 u gedurende 4 dagen, bleek de verhouding CSV/plasma 1,02/1.
Lorsque le busulfan est administré à la dose de 1 mg/kg toutes les 6 heures pendant 4 jours, le rapport LCR/plasma est de 1,02/1.

Studies met abacavir tonen een CSV/plasma-AUC-ratio van 30-44%.
Les études réalisées avec l’abacavir ont montré un ratio des ASC d’abacavir “ LCR/plasma ” entre 30 et 44 %.

Cefepimconcentraties in de cerebrospinale vloeistof ten opzichte van deze in plasma worden gegeven in de hierboven vermelde tabel ‘Gemiddelde plasmaconcentraties (PL), concentraties in cerebrospinale vloeistof (CSV) en verhouding CSV/PL van cefepim’.
Les concentrations de céfépime dans le liquide céphalorachidien étaient comparables aux concentrations plasmatiques indiquées dans le tableau ci-dessus ‘Concentrations plasmatiques moyennes (CP), concentrations dans le liquide céphalorachidien (LCR) et rapport LCR/CP’.

Studies met abacavir tonen een CSV tot plasma AUC ratio tussen de 30 en 44%.
Les études réalisées avec l’abacavir ont montré un ratio des ASC d’abacavir “ LCR/plasma ” entre 30 et 44 %.

Liquorpenetratie, bepaald via de liquor/plasma AUC-verhouding, is niet afhankelijk van de nierfunctie en was ongeveer 25% voor aciclovir en de metaboliet 8-OH-ACV, en ongeveer 2,5% voor de metaboliet CMMG.
La diffusion dans le LCR, évaluée par le ratio des ASC LCR/plasma, n’est pas influencée par l’état de la fonction rénale et est d’environ 25 % pour l’aciclovir et le métabolite 8-hydroxy-aciclovir (8-OH-ACV), et d’environ 2,5 % pour le métabolite 9(carboxyméthoxy)méthylguanine (CMMG).

Verband PK/PD: De werkzaamheid hangt af van de verhouding tussen de piekconcentratie in het serum (C max ) en de minimale inhiberende concentratie (MIC) van ciprofloxacine voor een bacterieel pathogeen en de verhouding tussen de oppervlakte onder de kromme (AUC) en de MIC.
L’efficacité dépend principalement de la relation entre la concentration sérique maximum en ciprofloxacine (C max ) et la concentration minimum inhibitrice (CMI) propre à chaque pathogène bactérien, ainsi que de la relation entre l’aire sous la courbe (ASC) et la CMI.

Na intraveneuze toediening is de blootstelling van de cerebrospinale vloeistof (CSF) aan het middel bijna gelijk aan die van plasma; de gemiddelde verhouding tussen AUC in CSF en AUC in plasma is 0,93 voor thiotepa.
Après administration intraveineuse, l’exposition au médicament dans le LCR est pratiquement équivalente à celle du produit présent dans le plasma; le rapport moyen entre les ASC dans le LCR et le plasma pour le thiotépa est de 0,93.