Bij het gebruik van een perfusie mag uitsluitend een 0,9 % fysiologische verdunning gebruikt worden. Het is uitgesloten gelijk welke andere inspuitbare oplossing te gebruiken vermits het gevaar bestaat van onmiddellijke cristallisatie van de fenytoïne.
Lors de l'emploi en perfusion, seule la solution physiologique à 0,9 % peut être employée comme diluant à l'exclusion de tout autre soluté injectable, sous peine de cristallisation immédiate de la phénytoïne.