Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com
Anterior
Anteroapicaal
Anterolateraal
Anteroseptaal
Apicolateraal
Basolateraal
CR
Diafragmatisch
Hoog lateraal
Inferior
Inferolateraal
Inferoposterior
Lateraal
PR
Posterior
Posterobasaal
Posterolateraal
Posteroseptaal
Recidief
Recidief infarct
Recidief myocardinfarct
Recidief myocardinfarct
Recidief myocardinfarct van onderwand
Recidief myocardinfarct van voorwand
Septaal NNO
Wederinstorting

Vertaling van "recidief partiële " (Nederlands → Frans) :

TERMINOLOGIE
recidief myocardinfarct (acuut) | apicolateraal | recidief myocardinfarct (acuut) | basolateraal | recidief myocardinfarct (acuut) | hoog lateraal | recidief myocardinfarct (acuut) | lateraal (wand) NNO | recidief myocardinfarct (acuut) | posterior (zuiver) | recidief myocardinfarct (acuut) | posterobasaal | recidief myocardinfarct (acu ...[+++]

Infarctus du myocarde, à répétition (aigu):latéral haut | latéral (paroi) SAI | latéro-apical | latéro-basal | postérieur (vrai) | postéro-basal | postéro-latéral | postéro-septal | septal SAI


recidief infarct (acuut)(van) | diafragmatisch (wand) | recidief infarct (acuut)(van) | inferior (wand) NNO | recidief infarct (acuut)(van) | inferolateraal | recidief infarct (acuut)(van) | inferoposterior

Infarctus répété (aigu) (de):inférieur (paroi) SAI | inféro-latéral | paroi diaphragmatique | postéro-inférieur


recidief infarct (acuut) | anterior (wand) NNO | recidief infarct (acuut) | anteroapicaal | recidief infarct (acuut) | anterolateraal | recidief infarct (acuut) | anteroseptaal

Infarctus répété (aigu):antérieur (paroi) SAI | antéro-apical | antéro-latéral | antéro-septal




recidief myocardinfarct van overige gespecificeerde lokalisaties

Infarctus du myocarde à répétition d'autres localisations


recidief myocardinfarct van voorwand

Infarctus du myocarde à répétition, de la paroi antérieure


recidief myocardinfarct van onderwand

Infarctus du myocarde à répétition, de la paroi inférieure




recidief myocardinfarct, lokalisatie niet-gespecificeerd

Infarctus du myocarde à répétition, de localisation non précisée


goedaardige partiële epilepsie op vroege leeftijd met complexe partiële epileptische aanvallen

epilepsie bénigne partielle de l'enfant avec crises partielles complexes
IN-CONTEXT TRANSLATIONS
Klinische werkzaamheid en veiligheid De werkzaamheid en veiligheid van INCIVO bij patiënten met genotype-1-chronische hepatitis C werden onderzocht in vier fase 3-studies: 3 bij therapienaïeve patiënten en 1 bij reeds eerder behandelde patiënten (patiënten met een recidief, partiële responders en null responders).

Efficacité et sécurité clinique L’efficacité et la sécurité d’INCIVO chez les patients atteints d’hépatite C chronique de génotype 1 ont été évaluées dans quatre études de phase 3 : 3 menées chez des patients naïfs de traitement et 1 menée chez des patients précédemment traités (rechuteurs, répondeurs partiels et répondeurs nuls).


- die eerder behandeld werden met interferon alfa (gepegyleerd of niet gepegyleerd) als monotherapie of in combinatie met ribavirine, waaronder patiënten met een recidief, partiële responders en patiënten zonder respons (null responders) (zie de rubrieken 4.4 en 5.1).

- soit ayant préalablement été traités par l'interféron alfa (pégylé ou non pégylé) seul ou en association avec la ribavirine, y compris les patients rechuteurs, répondeurs partiels et répondeurs nuls (voir rubriques 4.4 et 5.1).


behandeling Voormalige partiële responders 73% (36/49) 15% (4/27) Voormalige null responders 39% (28/72) 11% (4/37) Recidief Patiënten met een recidief na een eerdere 3% (4/126) 63% (27/43)

Répondeurs partiels à un précédent traitement a 61% (30/49) (46%, 75%) b (4%, 34%) b Répondeurs nuls à un précédent traitement a 31% (22/72) (20%, 43%) b (1%, 18%) b ARN du VHC < 25 UI/ml à la fin du traitement Rechuteurs à un précédent traitement 87% (126/145) 63% (43/68)


Gevoeligheid voor eerdere hormonale therapie werd gedefinieerd als (1) gedocumenteerd klinisch voordeel (complete respons [CR], partiële respons [PR], stabiele ziekte ≥24 weken) van ten minste één voorafgaande hormonale therapie in de gevorderde setting of (2) ten minste 24 maanden van adjuvante hormonale therapie voorafgaand aan het recidief.

La sensibilité à l'hormonothérapie antérieure a été définie comme (1) un bénéfice clinique documenté (réponse complète [RC], réponse partielle [RP], stabilisation de la maladie ≥ 24 semaines) après au moins une hormonothérapie antérieure au stade avancé ou (2) au moins 24 mois d'hormonothérapie adjuvante avant la récidive.


For more results, go to https://pro.wordscope.com to translate your documents with Wordscope Pro!
Voor alle populaties in de studie (mensen met een recidief na een eerdere behandeling, voormalige partiële responders en voormalige null responders), waren de SVR-percentages hoger voor de T12/PR-groep dan voor de Pbo/PR48-groep door de verschillende subgroepen heen: geslacht, ras, etniciteit, body mass index, subtype van het HCV-genotype, HCV-RNA op baseline en de graad van leverfibrose.

Pour toutes les populations de l’étude (rechuteurs à un précédent traitement, répondeurs partiels à un précédent traitement et répondeurs nuls à un précédent traitement), les taux de RVS du groupe T12/PR étaient supérieurs à ceux du groupe Pbo/PR48 dans tous les sous-groupes par sexe, âge, race, groupe ethnique, indice de masse corporelle, sous-type de génotype VHC, taux d’ARN du VHC à l’inclusion et stade de la fibrose hépatique.


In de T12(DS)/PR-groep waren de SVR-percentages 88% (124/141) voor mensen met een recidief na een eerdere behandeling, 56% (27/48) voor voormalige partiële responders en 33% (25/75) voor voormalige null responders. Tabel 12 toont de responspercentages voor de armen ‘gelijktijdige start’(T12/PR48; het aanbevolen schema) en Pbo/PR48.

Le taux de RVS dans le groupe T12(DF)/PR était de 88% (124/141) pour les patients rechuteurs à un précédent traitement, de 56% (27/48) pour les répondeurs partiels à un précédent traitement et de 33%


Het verschil in SVR-percentages (95%-betrouwbaarheidsinterval) tussen de T12/PR-groep en de Pbo/PR-groep was 63 (51, 74) voor mensen met een recidief na een eerdere behandeling, 46 (27, 66) voor voormalige partiële responders en 26 (13, 39) voor voormalige null responders.

La différence de taux de RVS (intervalle de confiance à 95%) entre les groupes T12/PR et Pbo/PR était de 63 (51, 74) pour les patients rechuteurs à un précédent traitement, de 46 (27, 66) pour les répondeurs partiels à un précédent traitement et de 26 (13, 39) pour les répondeurs nuls à un précédent traitement.


Onder patiënten behandeld met telaprevir kwam virologisch falen tijdens de behandeling vaker voor bij degenen met genotype 1a dan met genotype 1b en vaker bij patiënten die eerder geen respons (null responders) vertoonden dan bij andere populaties (therapienaïeve patiënten, patiënten met een eerder recidief, patiënten die reeds eerder partiële responder waren; zie rubriek 5.1, Klinische ervaring, Werkzaamheid bij reeds eerder behandelde volwassenen).

Parmi les patients traités par télaprévir, l’échec virologique sous traitement était plus fréquent chez les patients infectés par le génotype 1a que chez les patients infectés par le génotype 1b, et plus fréquent chez les répondeurs nuls à un précédent traitement que dans les autres populations (sujets naïfs de traitement, sujets rechuteurs à un précédent traitement ou répondeurs partiels à un précédent traitement ; voir rubrique 5.1, Expérience clinique, Efficacité chez les adultes précédemment traités).




datacenter (28): www.wordscope.be (v4.0.br)

'recidief partiële' ->

Date index: 2023-07-02
w