Traduction de «penicilline vindt significant méér » (Néerlandais → Français) :

Een vergelijkende studie tussen dirithromycine en penicilline vindt significant méér misselijkheid (15% vs 6% ; p< .05) en buikpijn (14% vs. 6% ; p< .05) bij de inname van dirithromycine (Watkins 1997).
Une étude comparative entre la dirithromycine et la pénicilline trouve significativement plus de nausées (15% vs 6% ; p< .05) et de douleurs abdominales (14% contre 6%; p< .05) lors de la prise de dirithromycine (Watkins 1997).

Eén studie (O’Doherty 1996) vindt significant méér uitval omwille van bijwerkingen met azithromycine in vergelijking met penicilline (p< 0.025).
Une étude (O’Doherty 1996) trouve un nombre accru de dropout en raison des effets

Zowel op korte termijn (8 tot 15 dagen) als op lange termijn (60-180 dagen) worden in de studie van Zwart et al (2000) significant méér patiënten met tenminste één episode van keelpijn geobserveerd bij de patiënten die penicilline gedurende 3 dagen krijgen (41% tussen dag 8 en dag 15; 38% tussen dag 16 en dag180) dan bij de patiënten die placebo nemen (28% tussen dag 8 en dag 15; 25% tussen dag 16 en dag180).
Aussi bien à court terme (8 à 15 jours) qu'à long terme (60-180 jours), Zwart et al (2000) ont observé significativement plus de rechutes chez les patients qui ont reçu de la pénicilline pendant 3 jours (41% entre jour 8 et jour 15; 38% entre jour 16 et jour 180) que chez les patients qui ont pris un placebo (28% entre jour 8 et jour 15; 25% entre jour 16 et jour 180).

Twee studies vinden significant méér bijwerkingen met clarithromycine (algemeen of gastro-intestinaal), met een absolute risicoreductie voor penicilline van 13% tot 17% t.o.v. clarithromycine (Bachand 1991, Stein 1991).
Deux études trouvent significativement plus d'effets indésirables avec la clarithromycine (en général ou gastro-intestinaux), avec une réduction absolue de risque pour la pénicilline de 13% à 17% par rapport à la clarithromycine (Bachand 1991, Stein 1991).

Eén studie (O'Doherty et al 1996) vond onmiddellijk na de therapie significant méér streptokokken van hetzelfde serotype met penicilline (9%) dan met azithromycine (2%).
Une étude (O'Doherty et al. 1996) a observé, directement après la thérapie, un nombre significativement plus élevé de streptocoques du même sérotype avec la pénicilline (9 %) qu'avec l'azithromycine (2 %).

Koorts Dagnelie (1996) vindt een odds ratio van 5.0 (95% BI 1.3 tot 18.8) voor koorts tussen placebo en penicilline na twee dagen therapie, m.a.w een significant voordeel van penicilline.
Fièvre Dagnelie et al (1996) trouvent un odds ratio pour la fièvre de 5.0 (95% IC de 1.3 à 18.8) entre la pénicilline et le placebo après deux jours de traitement, en d'autres termes une efficacité significative supérieure de la pénicilline.

Keelpijn Dagnelie (1996) vindt een significant verschil tussen placebo en penicilline voor de aanwezigheid van keelpijn na 2 dagen therapie, met een odds ratio van 3.8 (95% BI 1.7 tot 8.8).
Mal de gorge Dagnelie et al (1996) trouvent une différence significative pour le mal de gorge entre le placebo et la pénicilline après 2 jours de thérapie, avec un odds ratio de 3.8 (95% IC de 1.7 à 8.8).