De rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen, kunnen echter verstoord zijn als de patiënt last heeft van duizeligheid, somnolentie en gezichtsstoornissen die mogelijke bijwerkingen zijn van de behandeling of die het gevolg zijn van de onderliggende aandoening.
Cependant, l’aptitude à conduire des véhicules et à utiliser des machines peut être altérée si le patient présente des étourdissements, une somnolence et des troubles visuels, qui sont des effets indésirables éventuels du traitement ou qui peuvent résulter de la maladie sous-jacente.