Traduction de «over de periode 1997-2003 » (Néerlandais → Français) :

Wat de totale kost betreft, zijn de grootste stijgers over de periode 1997-2003 de geneesmiddelen voor bloed en bloedvormende organen (B), de antineoplastische en immunomodulerende middelen (L), de middelen voor het zenuwstelsel (N) en diverse middelen (V).
En ce qui concerne le coût total, les plus fortes croissances de la période 1997-2003 sont celles des médicaments pour le Sang et le système hématopoïétique (B), les Cytostatiques et agents immunomodulateurs (L), le Système nerveux central (N) et les Médicaments divers.

Er zijn er zelfs 3 die vrijwel zonder onderbreking in de TOP 5 blijven tijdens de periode 1997-2003 (omeprazol, amlodipine en simvastatine).
On en retrouve même 3 qui sont restés dans le TOP 5 durant la période 1997-2003 pratiquement sans interruption (l'oméprazole, l'amlodipine et la simvastatine).

In het gebruik zijn de grootste stijgers over de periode 1997-2001 de geneesmiddelen voor het maagdarmkanaal en het metabolisme (A), het hartvaatstelsel (C), de bloed en bloedvormende organen (B) en de middelen voor het zenuwstelsel (N).
En ce qui concerne les volumes, les plus fortes croissances de la période 1997-2001 sont celles des médicaments pour le Tractus gastro-intestinal et le métabolisme (A), le système cardio-vasculaire (C), le Sang et le système hématopoïétique (B) et le Système nerveux central (N).

In het gebruik zijn de grootste stijgers over de periode 1997-2002 de geneesmiddelen voor het maagdarmkanaal en het metabolisme (A), het hartvaatstelsel (C), de middelen voor het zenuwstelsel (N) en de antineoplastische en immunomodulerende middelen (L).
En ce qui concerne les volumes, les plus fortes croissances de la période 1997-2002 sont celles des médicaments pour le Tractus gastro-intestinal et le métabolisme (A), le système cardio-vasculaire (C), le Sang et le système hématopoïétique (B), le Système nerveux central (N) et les Cytostatiques et agents immunomodulateurs (L).

Au cours de la période 1997-2003, 6 % des patients séjournant en unité de soins intensifs ont contracté une pneumonie, tandis que 2,1 % ont développé une bactériémie.
In de periode 1997-2003 liep 6 % van de patiënten die in intensieve verzorging hadden verbleven een pneumonie op en 2,1 % een bacteriëmie.

Deze presentatie vermeldde ook ramingen voor verlengde verblijfsduur en mortaliteit voor BSI en LRI op IZ, op basis van de Belgische IZ surveillance gegevens uit de periode 1997-2003 (tabel A).
Ladite présentation contenait également des estimations d’allongement de la durée de séjour et de surmortalité pour les septicémies et des voies respiratoires inférieures, fondées sur les données de surveillances des unités de soins intensifs (USI) durant la période 1997-2003 (voir tableau A).

B. Fluit, A.C. , Florijn A., Verhoef J., et al., Susceptibility of European B-lactamase-positive and – negative Haemophilus influenzae isolates from the periods 1997/1998 and 2002/2003, Journal of Antimicrobial Chemotherapy, 56: 133-138, 2005.
B. Fluit, A.C. , Florijn A., Verhoef J., et al., Susceptibility of European B-lactamasepositive and –negative Haemophilus influenzae isolates from the periods 1997/1998 and 2002/2003, Journal of Antimicrobial Chemotherapy, 56: 133-138, 2005.

Zoals vermeld in de vorige uitgave, was de volledigheid van de gegevensinzameling over het jaar 1997 97,0%, over 1998 98,6%, over 1999 98,0%, over 2000 98,6%, over 2001 96,9%, over 2002 99,7%, over 2003 99,2% en over 2004 99,4%.
Comme mentionné dans l’édition précédente, la collecte des données était complète pour l’année 1997 à 97,0%, pour 1998 à 98,6%, pour 1999 à 98,0%, pour 2000 à 98,6%, pour 2001 à 96,9%, pour 2002 à 99,7%, pour 2003 à 99,2% et pour 2004 à 99,4%.

Zoals vermeld in de vorige uitgave, was de volledigheid van de gegevensinzameling over het jaar 1997 97,0%, over 1998 98,6%, over 1999 98,0%, over 2000 98,6%, over 2001 96,9%, over 2002 99,7% en over 2003 99,2%.
Comme mentionné dans l’édition précédente, la collecte des données était complète pour l’année 1997 à 97,0%, pour 1998 à 98,6%, pour 1999 à 98,0%, pour 2000 à 98,6%, pour 2001 à 96,9%, pour 2002 à 99,7% et pour 2003 à 99,2%.

Een recente gerandomiseerde, dubbelblinde, placebo-gecontroleerde studie bij patiënten met lichte tot matige Alzheimerdementie toont evenwel geen voordeel: over een periode van één jaar was er noch met rofecoxib (25 mg p.d) noch met naproxen (440 mg p.d) een verschil in achteruitgang van de cognitieve functie ten opzichte van placebo [JAMA 289, 2819-2826 (2003), met editoriaal JAMA 289, 2865-2867 (2003)].
Une étude randomisée, contrôlée par placebo en double aveugle, réalisée récemment chez des patients atteints d’une démence d’Alzheimer légère à modérée, n’a cependant montré aucun effet favorable: sur une période d’un an, aucune différence en ce qui concerne la régression de la fonction cognitive n’a été constatée ni avec le rofécoxib (25 mg p.j) ni avec le naproxène (440 mg p.j) par rapport au placebo [JAMA 289, 2819-2826 (2003), avec un éditorial JAMA 289, 2865- 2867 (2003)].