Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com
- Minder frequent gerapporteerde bijwerking diplopie.

Traduction de «frequent gerapporteerde aan de behandeling gerelateerde bijwerking » (Néerlandais → Français) :

De meest frequent gerapporteerde aan de behandeling gerelateerde bijwerking was oculaire hyperemie.

L’effet indésirable le plus fréquent, lié au traitement, a été l'hyperhémie oculaire, rapportée chez environ 13 % des patients participant aux études cliniques avec le tafluprost avec conservateur en Europe et aux Etats-Unis.


Bij bijna alle patiënten (98%) trad minimaal één bijwerking op die naar mening van de onderzoeker was gerelateerd aan clofarabine. De meest frequent gerapporteerde bijwerkingen waren misselijkheid (61% van de patiënten), overgeven (59%), febriele neutropenie (35%), hoofdpijn (24%), huiduitslag (21%, diarree (20%), jeuk (20%), pyrexie (19%), palmoplantaire erythrodysesthesie (15%), vermoeidheid (14%), onrust (12%), ontstekingen van de mucosa (11%) en blozen (11%).

d’érythrodysesthésie palmo-plantaire (15 %), fatigue (14 %), anxiété (12 %), inflammation muqueuse (11 %) et bouffées congestives (11 %).


De meest frequent gerapporteerde ernstige aan de behandeling gerelateerde bijwerkingen zijn onder meer nausea, braken, diarree, pyrexie en verhoogde bilirubinewaarden.

Les effets indésirables graves, liés au traitement, les plus fréquemment rapportés incluaient nausées, vomissements, diarrhée, pyrexie et augmentation de la bilirubine.


Pediatrische patiënten Klinische onderzoeken met Viramune tabletten met directe afgifte en suspensie voor oraal gebruik bij totaal 361 kinderen, van wie de meeste een combinatiebehandeling met zidovudine of/en stavudine kregen, laten zien, dat de meest frequent gerapporteerde, aan nevirapine gerelateerde bijwerkingen dezelfde zijn als de in volwassenen waargenomen bijwerkingen.

Population pédiatrique Au cours d’une étude clinique chez 361 enfants avec Viramune comprimés à libération immédiate et suspension buvable, dont la majorité recevait un traitement associant ZDV et/ou ddI, les effets indésirables liés à l’administration de la névirapine et rapportés le plus fréquemment ont été comparables aux effets indésirables observés chez les adultes.


De meest frequent gerapporteerde bijwerking bij toediening van aciclovir was ontsteking of flebitis op de injectieplaats bij ongeveer 9% van de patiënten.

L'effet indésirable le plus fréquemment rapporté lors de l'administration d'aciclovir était une inflammation ou une phlébite à l'endroit de l'injection chez environ 9 % des patients.


- Minder frequent gerapporteerde bijwerking: diplopie.

- Effet indésirable moins fréquemment rapporté : diplopie.


Bij meer dan 13 keer de maximale therapeutische dosis deed zich geen aan de behandeling gerelateerde bijwerking voor.

Aucun effet indésirable lié au traitement n’est apparu jusqu’à une dose 13 fois supérieure à la dose thérapeutique maximale.


- Minder frequent gerapporteerde bijwerking: huiduitslag.

- Effet indésirable moins fréquemment rapporté : éruption.


De meest frequent gemelde, aan de behandeling gerelateerde, ernstige nadelige reactie (Serious Adverse Reaction of SAR) was dehydratie (4%), wat door 5 patiënten ondervonden was.

L'EIG associé au traitement le plus fréquemment rapporté a été la déshydratation (4 %) observée chez 5 patients.


Tijdens het fase III-dosisoptimaliseringsonderzoek bij patiënten met CML in de gevorderde fase en Ph+ ALL (mediane behandelduur van de behandeling 14 maanden voor CML in acceleratiefase, 3 maanden voor myleoïde blastaire CML, 4 maanden voor lymfoïde blastaire CML en 3 maanden voor Ph+ ALL), werd vochtretentie (pleurale effusie en pericardiale effusie) minder frequent gerapporteerd bij patiënten behandeld met eenmaal daags 140 mg SPRYCEL dan bij patiënten die behandeld werden met tweemaal daags 70 mg (Tabel 3b).

Dans l'étude de phase III d'optimisation de dose chez les patients en phase avancée de LMC et les patients atteints de LAL Ph+ (durée médiane de traitement de 14 mois pour les phases accélérées de LMC, 3 mois pour les phases blastiques myéloïdes de LMC, 4 mois pour les phases blastiques lymphoïdes et 3 mois pour les LAL Ph+), une rétention hydrique (épanchement pleural et épanchement péricardique) a été rapportée moins fréquemment chez les patients traités avec SPRYCEL 140 mg une fois par jour que chez les patients traités avec 70 mg deux fois par jour (Tableau 3b).


w