Traduction de «atrioventriculaire geleiding » (Néerlandais → Français) :

TERMINOLOGIE

abnormale atrioventriculaire-excitatie | atrioventriculaire geleiding | pre-excitatie | atrioventriculaire geleiding | versneld | atrioventriculaire geleiding | via bijkomstige [accessoire] bundel | syndroom van Lown-Ganong-Levine | syndroom van Wolff-Parkinson-White
Conduction auriculoventriculaire:accélérée | accessoire | pré-excitée | Excitation auriculoventriculaire anormale Syndrome de:Lown-Ganong-Levine | Wolff-Parkinson-White

conductie | geleiding
conduction | transmission | propagation

atrioventriculair | met betrekking tot hartboezem en hartkamer
atrio-ventriculaire | qui a rapport aux oreillettes et aux ventricules

atrioventriculaire knoop
nœud auriculoventriculaire

atrioventriculair blok
bloc auriculoventriculaire

klepblad van gemeenschappelijke atrioventriculaire klep (niet mitralis en niet tricuspidalis)
cuspide de la valve auriculoventriculaire commune (non-mitrale, non-tricuspide)

chordae tendineae van gemeenschappelijke atrioventriculaire klep (niet mitralis en niet tricuspidalis)
cordage tendineux de la valve auriculoventriculaire commune (non-mitrale, non-tricuspide)

eerstegraads atrioventriculair blok
bloc auriculoventriculaire du premier degré

gemeenschappelijke atrioventriculaire klep (niet mitralis en niet tricuspidalis)
valve auriculoventriculaire commune (non-mitrale, non-tricuspide)

totaal atrioventriculair blok
bloc auriculoventriculaire complet

TRADUCTIONS EN CONTEXTE

Na inname van zeer hoge dosissen, kan er een atrioventriculair ritme of een ventriculair automatisme optreden als gevolg van de onderdrukking van het sinusritme en een vertraging van de atrioventriculaire geleiding.
En cas d’ingestion de très fortes doses, un rythme auriculoventriculaire ou un automatisme ventriculaire peuvent survenir par suite de la dépression du rythme sinusal et du ralentissement de la conduction auriculoventriculaire.

Systemisch: bradycardie, hypotensie, hartinsufficiëntie, vertraging van de atrioventriculaire geleiding of intensivering van een bestaande atrioventriculaire blok, claudicatio intermittens, syndroom van Raynaud, koude handen en voeten.
Systémique: bradycardie, hypotension, insuffisance cardiaque, ralentissement de la conduction auriculo-ventriculaire ou intensification d'un bloc auriculo-ventriculaire existant, claudication, phénomène de Raynaud, froideur des extrémités.

Klasse III-antiaritmica (bv. amiodaron): het effect op de atrioventriculaire geleiding kan toenemen.
Antiarythmiques de classe III (par ex. amiodarone): l'effet sur le temps de conduction auriculoventriculaire peut être potentialisé.

Klasse I-antiaritmica (bv. disopyramide, kinidine): het effect op de atrioventriculaire geleiding en het negatieve inotrope effect kunnen toenemen.
Antiarythmiques de classe I (par ex. disopyramide, quinidine): l'effet sur le temps de conduction auriculo-ventriculaire et l'effet inotrope négatif peuvent être intensifiés.

Combinaties die niet worden aanbevolen: Calciumantagonisten zoals verapamil en in mindere mate diltiazem: negatieve invloed op de contractiliteit en de atrioventriculaire geleiding.
Combinaisons non recommandées: Inhibiteurs calciques de type vérapamil et, dans une moindre mesure, de type diltiazem: influence négative sur la contractilité et la conduction auriculo-ventriculaire.

Amlodipine wijzigt de functie van de sinuatriale knoop of de atrioventriculaire geleiding bij intacte dieren of mensen niet.
L'amlodipine ne modifie pas la fonction du nœud sinusal ou la conduction auriculoventriculaire chez les animaux ou volontaires sains.

Calciumantagonisten zoals verapamil en in mindere mate diltiazem: negatieve invloed op de samentrekbaarheid en de atrioventriculaire geleiding.
Antagonistes du calcium comme le vérapamil et dans une mesure moindre le diltiazem: influence négative sur la contractilité et la conduction atrio-ventriculaire.

Verhoogd risico van atrioventriculaire geleidingstoornissen bij associatie met andere geneesmiddelen die de geleiding beïnvloeden (bv. carbamazepine, lamotrigine, pregabaline en bepaalde antiaritmica).
Risque accru de ralentissement de la conduction auriculo-ventriculaire lors de l'association avec d'autres médicaments qui influencent la conduction (carbamazépine, lamotrigine, prégabaline et certains antiarythmiques).