Vertaling van "Perifeer " (Nederlands → Frans) :

TERMINOLOGIE

perifeer | aan de buitenzijde
périphérique

perifeer zenuwstelsel
système nerveux périphérique

perifeer T-cellymfoom
Lymphome périphérique à cellules T

perifeer oedeem
œdème périphérique

syndroom van Lermoyez | vertigo | auraal | vertigo | otogeen | vertigo | perifeer NNO
Syndrome de Lermoyez Vertige:auriculaire | otogène | périphérique SAI

overige aandoeningen van perifeer zenuwstelsel
Autres affections du système nerveux périphérique

polyneuropathieën en overige aandoeningen van perifeer zenuwstelsel
Polynévrites et autres affections du système nerveux périphérique

aandoening van perifeer zenuwstelsel NNO
Affection du système nerveux périphérique SAI

aandoening van perifeer autonoom zenuwstelsel
affection du système nerveux autonome périphérique

veneuze insufficiëntie (chronisch)(perifeer)
Insuffisance veineuse (chronique) (périphérique)

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

promyelocyten in perifeer bloed, beenmergblasten ≤5%, < 5% myelocyten plus metamyelocyten in perifeer bloed, basofielen < 5% in perifeer bloed, geen extramedullaire betrokkenheid (waaronder geen hepatomegalie of splenomegalie).
polynucléaires neutrophiles) ≥ 1000/mm 3 , nombre de plaquettes sanguines ≥100 000/mm 3 , absence de cellules blastiques ou de promyélocytes dans le sang périphérique, ≤ 5 % de cellules blastiques dans la moelle osseuse, < 5 % de myélocytes plus métamyélocytes dans le sang périphérique, < 5 % de basophiles dans le sang périphérique, aucune atteinte extramédullaire (y compris absence d’hépatomégalie ou de splénomégalie). c La MCyR associe les réponses cytogénétiques à la fois complète (aucune cellule Ph+ détectable) et

5.2 Algemene aanbevelingen voor het gebruik van intravasculair materiaal 5.3 Specifieke aanbevelingen bij het gebruik van perifeer veneuze katheters 5.4 Specifieke aanbevelingen bij het gebruik van centraal veneuze en centraal arteriële katheter 5.5 Specifieke aanbevelingen bij het gebruik van perifeer arteriële katheters en drukmonitoringsystemen
5.1 Etat de la question 5.2 Recommandations générales pour l'emploi de matériel intravasculaire 5.3 Recommandations spécifiques pour l'utilisation de cathétersveineux périphériques 5.4 Recommandations spécifiques pour l'utilisation d'un cathéter veineux central et d'un cathéter artériel central 5.5 Recommandations générales pour l'utilisation d'un cathéter artériel périphérique et de systèmes de surveillance par monitoring

- Rechtstreeks patiëntencontact: contact met bloed; contact met slijmvliezen of niet-intacte huid; prik- of snijrisico; bloedafname; plaatsen van een perifeer intravasculaire katheter; verwijderen van een perifeer intravasculaire katheter; vaginaal en anaal onderzoek; intiem toilet; endotracheale aspiratie met “no touch” techniek.
- contact direct avec les patients: contact avec du sang; contact avec des muqueuses ou une peau non intacte; risque de piqûre ou coupure; prise de sang; pose d’un cathéter intravasculaire périphérique; enlèvement d’un cathéter intravasculaire périphérique; examen vaginal et anal; toilette intime; aspiration endotrachéale par méthode « no touch ».

Complete hematologische reactie (CHR) voor AF- en BF-CML: Leukocytentelling van minder dan of gelijk aan institutioneel ULN, bloedplaatjes groter dan of gelijk aan 100.000/mm 3 en minder dan 450.000/mm 3 , absolute neutrofielentelling (ANC) groter dan of gelijk aan 1,0 x 10 9 /l, geen blasten of promyelocyten in perifeer bloed, minder dan 5% myelocyten + metamyelocyten in beenmerg, minder dan 20% basofielen in perifeer bloed en geen extramedullaire aantasting.
Réponse hématologique complète (RHC) pour la LMC PA et CB : numération leucocytaire inférieure ou égale à la LSN de l'établissement, numération plaquettaire supérieure ou égale à 100 000/mm3 et inférieure à 450 000/mm3, numération absolue des neutrophiles (PNN) supérieure ou égale à 1,0 x 109/l, absence de blastes ou de promyélocytes dans le sang périphérique, moins de 5 % de myélocytes + métamyélocytes dans la moelle osseuse, moins de 20 % de basophiles dans le sang périphérique et absence d'atteinte extramédullaire.

beenmerg blasten ≤ 5%, < 5% myelocyten plus metamyelocyten in perifeer bloed, basofielen in perifeer bloed < 20% en geen extramedullaire betrokkenheid.
le sang périphérique, blastes myéloïdes et sang ≤ 5%, myélocytes plus métamyélocytes dans le sang périphérique < 5%, basophiles dans le sang périphérique < 20%, et pas d'envahissement extra-médullaire.

Dat de behandeling met Volibris perifeer oedeem en vochtretentie veroorzaakt o Indien een patiënt klinisch significant perifeer oedeem ontwikkelt, met of zonder
Le traitement avec Volibris provoque des oedèmes périphériques et une rétention liquidienne o Si un patient développe un œdème périphérique cliniquement significatif, avec ou sans

Hartschaduw normaal of vergroot normaal Afmetingen hili verbreed normaal Vaatdistributie evenwichtig of redistributie normaal naar longtoppen Distributie van oedeem perihilair watachtig; perifeer Pleuravochtuitstorting aanwezig meestal afwezig Peribronchiaal oedeem aanwezig meestal afwezig Kerley lijntjes aanwezig meestal afwezig Luchtbronchogram meestal afwezig meestal aanwezig
Silhouette cardiaque Normale ou élargie Normale Taille des hiles Elargie Normale Distribution vasculaire Equilibrée ou redistribution Normale vers les sommets Distribution de l’œdème Péri-hilaire Cotonneux; périphérique Epanchements pleuraux Présents Habituellement absents Œdème péri-bronchique Présent Habituellement absent Lignes de Kerley Présentes Habituellement absentes Bronchogramme aérique Habituellement absent Habituellement présent

zijn duizeligheid en perifeer oedeem (opzwelling, vooral van de enkels en de voeten).
les vertiges et l’œdème périphérique (gonflement, notamment des chevilles et des pieds).

Entacapon is een reversibele, specifieke en hoofdzakelijk perifeer werkende COMT-remmer die is ontwikkeld voor gelijktijdige toediening met levodopa.
L'entacapone est un inhibiteur réversible de la COMT, spécifique et qui agit essentiellement en périphérie, conçu pour être associé à la lévodopa.

Algemene aandoeningen en toedieningsplaatsstoornissen Vaak: Pijn op de borst, perifeer oedeem, vallen, loopstoornis, asthenie, vermoeidheid Soms: Malaise
Troubles généraux et anomalies au site d’administration Fréquent : Douleur thoracique, œdème péripherique, chutes, troubles de la marche, asthénie, fatigue Peu fréquent : Malaise