Vertaling van "Hersenstam " (Nederlands → Frans) :

TERMINOLOGIE

hersenstam
Tronc cérébral

compressievan hersenen of hersenstam | herniatievan hersenen of hersenstam
Compression | Hernie | du cerveau (tronc cérébral)

intracerebrale bloeding in hersenstam
Hémorragie intracérébrale du tronc cérébral

multipele sclerose (van) | NNO | multipele sclerose (van) | gedissemineerd | multipele sclerose (van) | gegeneraliseerd | multipele sclerose (van) | hersenstam | multipele sclerose (van) | ruggenmerg
Sclérose en plaques (de):SAI | disséminée | généralisée | moelle épinière | tronc cérébral

vasculair syndroom van hersenstam (I60-I67)
Syndromes vasculaires du tronc cérébral (I60-I67+)

cerebellum | hersenstam | vierde ventrikel
Cervelet Quatrième ventricule Tronc cérébral

herniatie van hersenstam
hernie du tronc cérébral

hypomyelinisatie met betrokkenheid van hersenstam en ruggenmerg en beenspasticiteit
hypomyélinisation avec atteinte du tronc cérébral et de la moelle épinière et spasticité des jambes

leuko-encefalopathie met betrokkenheid van hersenstam en ruggenmerg, hoog lactaatgehalte-syndroom
syndrome de leucoencéphalopathie avec atteinte du tronc cérébral et de la moelle épinière-élévation des lactates

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

In de hersenstam bindt moxonidine selectief met I 1 -imidazolinereceptoren.
La moxonidine se distingue des autres antihypertenseurs à action centrale en ne montrant qu’une faible affinité pour les récepteurs α 2 -adrénergiques centraux, en comparaison avec son affinité pour les récepteurs I 1 aux imidazolines.

In de hersenstam bindt moxonidine selectief aan I 1 -imidazolinereceptoren.
Dans le tronc cérébral, la moxonidine se lie sélectivement aux récepteurs I 1 -imidazoline.

Betreffende de analyses op ‘karkassen geiten (hersenstam)’, ‘karkassen runderen (hersenstam)’ en ‘karkassen schapen (hersenstam)’, is het wetenschappelijk correcter als parameter type ‘overdraagbare spongiforme encephaolopathiën (OSE)’ te vermelden i.p.v. ‘scrapie’, ‘BSE’ en ‘EST’.
En ce qui concerne les analyses de ‘carcasses de caprins (tronc cérébral)’, ‘carcasses de bovins (tronc cérébral)’ et ‘carcasses d’ovins (tronc cérébral)’, il est scientifiquement plus correct de mentionner comme type de paramètre ‘encéphalopathies spongiformes transmissibles (EST)’ au lieu de ‘scrapie’, ESB et TSE.

Pathologisch onderzoek suggereert dat de α-syn pathologie in het CZS een zekere progressie vertoont, waarbij de eerste neerslagen terug te vinden zouden zijn in het onderste deel van de hersenstam, met name in de nucleus dorsalis van de nervus vagus, waarna de pathologie zich gradueel naar de hoger gelegen delen van de hersenstam verspreidt, om pas na enige evolutie het mesencefalon te bereiken en pas dan karakteristieke motorische symptomen te geven.
En effet, l’examen pathologique suggère que la pathologie de la α-syn dans le SNC présente une certaine progression dont les premiers dépôts se retrouveraient dans la partie inférieure du tronc cérébral, à savoir dans le noyau dorsal du nerf vague.

Dit centrum bestaande uit verscheidene nucleï in de hersenstam (area postrema, nucleus tractus solitarius, dorsale motorische nucleus van de vagus) ontvangt en integreert sensorische stimuli van centrale en perifere bronnen en chemische stimuli vanuit de circulatie en de cerebro-spinale vloeistof.
Ce centre est constitué par plusieurs noyaux du tronc cérébral (area postrema, noyau du tractus solitaire, noyau moteur dorsal du nerf vague) qui reçoivent et intègrent des stimuli sensoriels d’origine centrale et périphérique, et des stimuli chimiques de la circulation et du fluide cérébro-spinal.

Het vegetatieve zenuwstelsel dat (regelt hartslag, ademhaling, bloeddoorstroming, ..) de doorbloeding van de luchtwegen regelt, dat de samentrekking en het openen van de luchtwegen regelt, dat de ademhalingsfrequentie regelt, heeft neurologische kernen en schakelcentra liggen in de hersenstam ter hoogte van de schedelbasis en de halswervelzuil, in het ruggemerg dat verloopt in de borstkaswervelzuil, Deze zones zijn ook belangrijk om te bekijken.
Le système nerveux végétatif qui règle les pulsations cardiaques, la respiration, la circulation sanguine, l’irrigation sanguine des voies respiratoires, la contraction et l’ouverture des voies respiratoires, la fréquence respiratoire, etc., compte dans le tronc cérébral des centres neurologiques et des centres de commutation à hauteur de la base du crâne et de la colonne vertébrale cervicale, dans la moelle épinière qui s’écoule dans la colonne vertébrale thoracique, etc. Il importe également d’examiner ces zones.

Door de “knipperreflex” te onderzoeken, kan de werking worden nagegaan van de zenuwcellen van de hersenstam, die verantwoordelijk zijn voor deze reflex.
L’examen du réflexe de clignement permet de surveiller le fonctionnement des cellules nerveuses du tronc cérébral.

Bij mensen met MS kunnen de normale oogbewegingen verstoord of verminderd zijn als gevolg van de demyelinisatie in de hersenstam en het cerebellum .
Chez les personnes atteintes de la SEP, le mouvement normal des yeux peut être perturbé par suite de la démyélinisation du tronc cérébral et du cervelet .

In het begin van de 20 e eeuw werd ontdekt dat patiënten met PD een degeneratie vertonen van de substantia nigra, een neuronale kern in het mesencefalon, het bovenste deel van de hersenstam.
Au début du 20 e siècle, on a découvert que des patients atteints de MP présentaient une dégénérescence de la substance noire, un noyau neuronal situé dans le mésencéphale, la partie supérieure du tronc cérébral.

In dit verband zijn er tot op heden twee placebo-gecontroleerde studies uitgevoerd, met name met interferon ß-1a bij patiënten met een eerste demyeliniserende neurologische gebeurtenis (ter hoogte van de optische zenuw, het ruggenmerg, de hersenstam of het cerebellum), en hersenletsels bij MRI compatibel met MS.
A ce sujet, deux études contrôlées par placebo ont été réalisées jusqu’à ce jour, en particulier avec l’interféron ß-1a chez des patients qui ont présenté un premier épisode neurologique de démyélinisation (au niveau du nerf optique, de la moelle épinière, du tronc cérébral ou du cervelet), et qui présentent à la résonance magnétique des lésions cérébrales compatibles avec une SEP.