Art. 31. § 1. Lorsque la mère de l'enfant décède pendant la période comprise entre l'accouchement et la fin du congé de maternité ou est hospitalisée, le père de l'enfant auquel s'applique l'article 22 du présent décret peut, à sa demande, obtenir un congé de paternité afin d'assurer l'accueil de l'enfant.
Art. 31. § 1. Als de moeder van het kind tussen de bevalling en het einde van het moederschapsverlof overlijdt of moet worden gehospitaliseerd, wordt de vader van het kind die onder het toepassingsgebied van artikel 22 van dit decreet valt, op zijn verzoek een vaderschapsverlof toegekend om voor het kind te zorgen.