2a. Where the checks against the databases referred to in points (a) and (b) of paragraph 2 would have a disproportionate impact on the flow of traffic, a Member State may decide to carry out those checks on a targeted basis at specified border crossing points, following an assessment of the risks related to the public policy, internal security, public health or international relations of any of the Member States.
2 bis. Indien de controles aan de hand van de databanken als bedoeld in lid 2, onder a) en onder b), onevenredige gevolgen voor de verkeersstromen zouden hebben, kan een lidstaat besluiten om die controles op gerichte basis uit te voeren aan bepaalde grensdoorlaatposten, na een beoordeling van de risico’s voor de openbare orde, de binnenlandse veiligheid, de volksgezondheid of de internationale betrekkingen van een van de lidstaten.