« Frühestens zehn Monate und spätestens zwölf Monate nach der ersten Entscheidung über die Unterbringung gibt der Direktor eine Stellungnahme über die etwaige Notwendigkeit zur Verlegung des Internierten oder über dessen etwaige Bitte um Verlegung ab sowie darüber, ob die durch die Artikel 18 § 2 Nr. 3, 19, 21, 22 und 23 festgelegten Modalitäten wünschenswert sind.
« Op zijn vroegst tien maanden en uiterlijk twaalf maanden na de eerste beslissing tot plaatsing, brengt de directeur een advies uit over de eventuele noodzaak om de geïnterneerde over te plaatsen of over diens eventuele wens om te worden overgeplaatst, en over de wenselijkheid van de bij de artikelen 18, § 2, 3°, 19, 21, 22 en 23 bepaalde modaliteiten.
