4. Drittstaatsangehörige, die rechtmäßig in einem Mitgliedstaat wohnhaft sind und dort während der vorangegangenen sechs Jahre mehr als drei Jahre rechtmäßig Tätigkeiten als Selbständige ausgeübt haben, brauchen keinen Nachweis für die Erfüllung der Bedingung nach Artikel 19 Absatz 1 zu erbringen, wenn sie einen Antrag auf Erteilung eines „Aufenthaltstitels – Arbeitnehmer“ in diesem Mitgliedstaat stellen.
4. Onderdanen van derde landen die legaal in een lidstaat hebben verbleven en aldaar legaal werkzaamheden als zelfstandige hebben verricht gedurende meer dan drie jaar in de loop van de voorafgaande zes jaar, hoeven bij de indiening van een aanvraag om een “verblijfsvergunning – zelfstandige” in de betrokken lidstaat niet te bewijzen dat zij aan de vereiste van artikel 19, lid 1, voldoen.