14. verleiht erneut seiner Besorgnis über die Menschenrechtslage in Bahrain Ausdruck und fordert die Mitgliedstaaten der EU auf, im UNHRC auf die Verabschiedung einer Resolution zur Menschenrechtslage in Bahrain hinzuwirken; hebt die Notwendigkeit hervor, nach den 2011 im Je
men stattgefundenen Protesten gegen die Regierung die Frage des Kampfes gegen die Nichtahndung von Vergehen erneut im UNHRC zu behandeln und vertritt die Auffassung, dass Amnestien eine Verletzung der internationalen Menschenrechtsnormen darstellen, wenn sie die Verfolgung von Personen verhindern, die Verbrechen gegen die Menschlichkeit, Völkermord, Kriegsverbrechen
...[+++]oder schwerwiegende Verletzungen der Menschenrechte begangen haben könnten; 14. geeft andermaal uiting aan zijn bezorgdheid over de situatie van de mensenrechten in Bahrein en doet een beroep op de EU-lidstaten om zich binnen de UNHRC in te zetten voor de opstelling van een resolutie over de situatie van de mensenrechten in Bahrein; onderstreept de noodzaak van een follow-up binnen de UNHRC van de kw
estie van de strijd tegen de straffeloos
heid in Jemen na de protesten tegen de regering in 2011, en is van mening dat amnestie in strijd is met het internationale recht inzake de mensenrechten, indien hierdoor wordt voorkomen dat individuen worden vervol
...[+++]gd, die wellicht verantwoordelijk zijn voor misdaden tegen de menselijkheid, genocide, oorlogsmisdaden en grove schendingen van de mensenrechten;