1. Hat ein Mitgliedstaat berechtigten Grund zu der Annahme, dass ein be
stimmter Stoff, der nicht in den Anhängen aufgeführt ist, zur unrechtmäßigen Herstellung von Explosivstoffen verwendet werden könnte, so kann er die Bereitstellung auf dem M
arkt dieses Stoffes oder von Gemischen oder S
toffen, die diesen Stoff enthalten, einschränken oder verbieten oder anordnen, dass im Zusammenhang mit diesem Stoff die Meldepflicht für verdäch
...[+++]tige Transaktionen gemäß Artikel 6 gilt.
1. Indien een lidstaat op redelijke gronden kan aannemen dat een bepaalde, niet in de bijlagen vermelde stof gebruikt zou kunnen worden voor de illegale vervaardiging van explosieven, kan hij het op de markt aanbieden van de stof of van mengsels of stoffen die de stof bevatten, beperken of verbieden, of bepalen dat die stof valt onder de meldingsplicht voor verdachte transacties overeenkomstig artikel 6.