(2) Bei Ablauf des in Absatz 1 genannten Zeitraums sowie jedes Verlängerungszeitraums gemäß diesem Absatz wird das Abkommen für einen Folgezeitraum von sieben Jahren verlängert, sofern nicht eine Partei der anderen mindestens zwölf Monate zuvor auf diplomatischem Wege schriftlich ihre Absicht notifiziert, das Abkommen nicht zu verlängern.
2. Na het verstrijken van de in lid 1 genoemde termijn of van elke daaropvolgende verlengingstermijn in de zin van dit lid, wordt de overeenkomst verlengd met een nieuwe termijn van zeven jaar, tenzij een van de partijen de andere, uiterlijk twaalf maanden van tevoren, langs diplomatieke weg schriftelijk in kennis stelt van haar voornemen om de overeenkomst niet te verlengen.