Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Traduction de «konnte somit seine » (Allemand → Néerlandais) :

Die Streichung des letzten Satzes von Artikel 280 Absatz 4 EGV könnte somit auch auf die Einführung dieser neuen Rechtsgrundlage zurückzuführen sein.

De schrapping van de laatste zin van artikel 280, lid 4, EG kan dus ook te maken hebben met de invoering van deze nieuwe rechtsgrondslag.


Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet und R. Leysen, unter Assistenz des Kanzlers F. Meersschaut, unter dem Vorsitz des Präsidenten J. Spreutels, erlässt nach Beratung folgenden Entscheid: I. Gegenstand der Vorabentscheidungsfrage und Verfahren In seinem Urteil vom 6. Mai 2015 in Sachen K.F. gegen P.P. und D.H., dessen Ausfertigung am 18. Mai 2015 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen ist, hat das Gericht erster Instanz Namur, Abteilung Namur, folgende Vorabentscheidungsfrage gestellt: « Verstößt Artikel 318 des Zivilgesetzbuches dadurch, dass er bestimmt, dass die Klage desjenigen, der die Vater ...[+++]

Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet en R. Leysen, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter J. Spreutels, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij vonnis van 6 mei 2015 in zake K.F. tegen P.P. en D.H., waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 18 mei 2015, heeft de Rechtbank van eerste aanleg Namen, afdeling Namen, de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 318 van het Burgerlijk Wetboek, in zoverre het bepaalt dat de vordering van de man die het vaderschap van het kind opei ...[+++]


Die Vorabentscheidungsfrage bezieht sich auf die Vereinbarkeit von Artikel 49/1 Absatz 4 des Gesetzes über die Kontinuität der Unternehmen « in Verbindung mit Artikel 49/1 Absatz 2 des Gesetzes vom 31. Januar 2009 über die Kontinuität der Unternehmen und den Artikeln 1, 2, 3bis und 23 des Gesetzes vom 12. April 1965 über den Schutz der Entlohnung der Arbeitnehmer » mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung, dahin ausgelegt, dass die Schuldforderung des Fiskus in Bezug auf Berufssteuervorabzug, die aus Arbeitsleistungen in dem Zeitraum vor der Eröffnung des Verfahrens der gerichtlichen Reorganisation hervorgehe, weder Gegenstand einer Verringerung von Schuldforderungen noch eines Verzichts darauf im Rahmen eines Reorganisationsp ...[+++]

De prejudiciële vraag heeft betrekking op de bestaanbaarheid, met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, van artikel 49/1, vierde lid, van de WCO, « in samenhang gelezen met artikel 49/1, tweede lid, van de wet van 31 januari 2009 betreffende de continuïteit van de ondernemingen en met de artikelen 1, 2, 3bis en 23 van de wet van 12 april 1965 betreffende de bescherming van het loon der werknemers », indien die bepaling in die zin wordt geïnterpreteerd dat de schuldvordering van de fiscus met betrekking tot de bedrijfsvoorheffing, die is ontstaan uit vóór de opening van de procedure van gerechtelijke reorganisatie verrichte prestaties, geen enkele vermindering of kwijtschelding van schuldvorderingen in het kader van een reorganisati ...[+++]


Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet und R. Leysen, unter Assistenz des Kanzlers P.-Y. Dutilleux, unter dem Vorsitz des Richters A. Alen, erlässt nach Beratung folgenden Entscheid: I. Gegenstand der Vorabentscheidungsfrage und Verfahren In seinem Urteil vom 3. Dezember 2014 in Sachen Anneliese Heil gegen Marianne Gerling, dessen Ausfertigung am 17. Dezember 2014 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen ist, hat der Friedensrichter des Kantons Eupen die Vorabentscheidungsfrage gestellt, « ob der Ausschluss der Anwendung des Art. 2277 ZGB, was Nutzungsentschädigungen im Rahmen von Ansprüchen [betriff ...[+++]

Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet en R. Leysen, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van rechter A. Alen, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij vonnis van 3 december 2014 in zake Anneliese Heil tegen Marianne Gerling, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 17 december 2014, heeft de Vrederechter van het kanton Eupen de prejudiciële vraag gesteld « of de uitsluiting van de toepassing van artikel 2277 van het Burgerlijk Wetboek, wat benuttingsvergoedingen betreft in het kader van aanspraken di ...[+++]


6. ist der Ansicht, dass während die Entscheidung, bestimmte nicht wesentliche Bestimmungen nicht zu delegieren, sondern alle diesbezüglichen Änderungen im ordentlichen Gesetzgebungsverfahren zu belassen, in manchen Fällen eine angemessene Möglichkeit sein kann (da sie Vorrechte des Rates und des Parlaments beachtet), in anderen Fällen, in denen dies in Bezug auf den Charakter der zu ändernden nicht wesentlichen Bestimmungen unverhältnismäßig wäre, nicht angemessen wäre, und somit de facto eine Bremse für möglicherweise wichtige Anpassu ...[+++]

6. meent dat de keuze om voor bepaalde niet-essentiële onderdelen geen bevoegdheidsdelegatie te verlenen maar wijzigingen binnen de gewone wetgevingsprocedure te behandelen in sommige gevallen een passende oplossing kan zijn (die de prerogatieven van de Raad en het Parlement vrijwaart), maar in andere gevallen niet geschikt is omdat dit niet in verhouding staat tot het te wijzigen niet-essentiële onderdeel en de facto een hinderpaal zou zijn voor mogelijk belangrijke aanpassingen;


Eine gravierende Verschlechterung dieser Lage könnte somit ein Grund sein, die Anwendung der Pakistan gewährten Handelspräferenzen auszusetzen.

Een ernstige verslechtering van deze situatie kan dan een reden zijn om de uitvoering van de aan Pakistan toegekende handelspreferenties op te schorten.


Das OLAF konnte somit seine operativen Erfahrungen in die Ausarbeitung vonGemeinschaftstexten einfließen lassen, darunter das Grünbuch über die Zukunft der Präferenzregelungen, die aktualisierte Fassung des Zollkodex sowie spezifische Dokumente wie der Vorschlag für eine Regelung der Champignonkontingente oder Ursprungsbescheinigungen für Knoblauch aus Drittländern.

Zo heeft het Bureau zijn operationele ervaring kunnen aanwenden bij de opstelling van communautaire documenten, met name het groenboek over de toekomst van de preferentiële regelingen en de modernisering van het douanewetboek en meer specifieke verordeningen, zoals een voorstel voor de reglementering van paddestoelencontingenten of certificaten van oorsprong voor de invoer van knoflook door derde landen.


Die Wiederholung der meisten dieser Bestimmungen in Artikel 10, vor allem im Hinblick auf den Einleitungssatz (betreffend „Maßnahmen zur Anpassung [der Richtlinie] an die wirtschaftlichen und technischen Entwicklungen“) könnte verwirrend sein und sollte somit vermieden werden.

Het herhalen van de meeste van deze bevoegdheidsoverdrachten in artikel 10 kan, vooral met het oog op de openingszin van dit artikel (over “maatregelen voor de aanpassing [van de richtlijn] aan de economische en technische ontwikkelingen”), verwarring veroorzaken en moet dus worden vermeden.


Das Parlament könnte somit seine verloren gegangenen Befugnisse nicht zurückgewinnen.

Het Parlement wordt het op deze wijze onmogelijk gemaakt zijn verloren bevoegdheden te herwinnen.


Der Hof, der die Tragweite der präjudiziellen Frage aufgrund der in der Verweisungsentscheidung enthaltenen Elemente festlegen muss, beschränkt somit seine Untersuchung auf den ersten Absatz des o.a. Artikels 42, ungeachtet des Umstands, dass die Klage der intervenierenden Partei zur Hauptsache gegen das Landesamt für Soziale Sicherheit gerichtet ist und dass der zweite Absatz von Artikel 42 darauf anwendbar sein könnte.

Het Hof, dat de draagwijdte van de prejudiciële vraag moet bepalen op grond van de elementen die in de verwijzingsbeslissing zijn vervat, beperkt bijgevolg zijn onderzoek tot het eerste lid van voormeld artikel 42, ongeacht de omstandigheid dat de vordering ten gronde van de tussenkomende partij gericht is tegen de R.S.Z., waarbij het tweede lid van artikel 42 van toepassing zou kunnen zijn.


w