Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Vertaling van "einer geldbusse verurteilt wurde " (Duits → Nederlands) :

Weder die Beschaffenheit der Kriminalstrafe, noch das Bemühen, die Arbeitsbelastung des Assisenhofes zu verringern, können es vernünftigerweise rechtfertigen, dass eine Person, die nach ihrer Verurteilung zu einer Gefängnisstrafe von wenigstens einem Jahr und weniger als fünf Jahre, nachdem diese Strafe abgeleistet ist oder seitdem diese Strafe verjährt ist, wegen Mordversuchs verurteilt wird, hinsichtlich der Möglichkeit einer bedingten Freilassung unterschiedlich behandelt wird, je nachdem, ob sie an den Assisenhof verwiesen und zu ...[+++]

Noch de aard van de criminele straf, noch de bekommernis om de werklast van het hof van assisen te verminderen, kunnen redelijkerwijs verantwoorden dat een persoon die, na zijn veroordeling tot een gevangenisstraf van ten minste één jaar en minder dan vijf jaar nadat hij die straf heeft ondergaan of sinds die straf is verjaard, wordt veroordeeld wegens poging tot moord, op het vlak van de mogelijkheid voor een voorwaardelijke invrijheidstelling, verschillend wordt behandeld naargelang hij wordt ...[+++]


« - Artikel 56 Absatz 2 des Strafgesetzbuches in Verbindung mit Artikel 25 desselben Gesetzbuches, mit Artikel 2 des Gesetzes vom 4. Oktober 1867 über die mildernden Umstände und mit Artikel 25 § 2 Buchstabe b) des Gesetzes vom 17. Mai 2006 über die externe Rechtsstellung der zu einer Freiheitsstrafe verurteilten Personen und die dem Opfer im Rahmen der Strafvollstreckungsmodalitäten zuerkannten Rechte verstößt gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, jedoch nur insofern er dazu führt, dass eine Person, die bei Mordversuch wegen eines korrektionalisierten Verbrechens, das weniger als fünf Jahre nach der Verbüßung einer Gefängnisstra ...[+++]

« - Artikel 56, tweede lid, van het Strafwetboek, in samenhang gelezen met artikel 25 van hetzelfde Wetboek, met artikel 2 van de wet van 4 oktober 1867 op de verzachtende omstandigheden en met artikel 25, § 2, b), van de wet van 17 mei 2006 betreffende de externe rechtspositie van de veroordeelden tot een vrijheidsstraf en de aan het slachtoffer toegekende rechten in het raam van de strafuitvoeringsmodaliteiten, schendt de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, doch enkel in zoverre het tot gevolg heeft de persoon die voor een poging to ...[+++]


In seiner Vorlageentscheidung stellt der vorlegende Richter fest, dass aus der fraglichen Bestimmung hervorgeht, dass « der Beklagte, der wegen eines mit Zuchthausstrafe von fünfzehn bis zu zwanzig Jahren bedrohten Verbrechens, das im Zustand des Rückfalls begangen wurde und korrektionalisiert worden ist, zu einer Gefängnisstrafe von fünf Jahren verurteilt wurde, für bedingte Freilassung [...] in Betracht kommt, nachdem er zwei Drittel dieser Gefängnis ...[+++]

In zijn verwijzingsbeslissing stelt de verwijzende rechter vast dat uit de in het geding zijnde bepaling voortvloeit dat « de verweerder, die is veroordeeld tot een gevangenisstraf van vijf jaar wegens een met opsluiting van vijftien tot twintig jaar strafbare misdaad die is gepleegd in staat van herhaling en die is gecorrectionaliseerd, voor de voorwaardelijke invrijheidstelling [...] in aanmerking komt nadat hij twee derden van die gevangenisstraf heeft ondergaan », terwijl « de persoon die door het hof van assisen tot een straf van opsluiting van vijf jaar wordt veroordee ...[+++]


« Verstößt Artikel 25 § 2 Buchstabe b) des Gesetzes vom 17. Mai 2006 über die externe Rechtsstellung der zu einer Freiheitsstrafe verurteilten Personen und die dem Opfer im Rahmen der Strafvollstreckungsmodalitäten zuerkannten Rechte, in Verbindung mit den Artikeln 25, 56 Absätze 2 und 3 und 80 des Strafgesetzbuches und Artikel 2 des Gesetzes vom 4. Oktober 1867 über die mildernden Umstände, gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, insofern er zur Folge hat, dass eine Person, die durch ein Korrektionalgericht wegen eines im Zustand des gesetzlichen Rückfalls begangenen, korrektionalisierten Verbrechens, das vor der Korrektionalierun ...[+++]

« Schendt artikel 25, § 2, b), van de wet van 17 mei 2006 betreffende de externe rechtspositie van de veroordeelden tot een vrijheidsstraf en de aan het slachtoffer toegekende rechten in het raam van de strafuitvoeringsmodaliteiten, in samenhang gelezen met de artikelen 25, 56, tweede en derde lid, en 80 van het Strafwetboek en met artikel 2 van de wet van 4 oktober 1867 op de verzachtende omstandigheden, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre het tot gevolg heeft dat een persoon die door een correctioneel rechtscollege is ...[+++]


Eine juristische Person kann auch zum Verbot der Ausübung einer Tätigkeit, die zu ihrem Gesellschaftszweck gehört, oder zur Auflösung verurteilt werden, wenn nachgewiesen ist, dass sie vorsätzlich gegründet wurde, um die Tätigkeiten auszuüben, wegen deren sie verurteilt wurde, oder wenn ihr Gesellschaftszweck absichtlich mit dieser Absicht verfälscht wurde.

Een rechtspersoon kan verder nog worden veroordeeld tot een verbod om een activiteit uit te oefenen die tot zijn maatschappelijk doel behoort, of tot ontbinding indien wordt aangetoond dat hij opzettelijk werd opgericht om de activiteiten uit te oefenen waarvoor hij is veroordeeld, of wanneer zijn maatschappelijk doel met dat oogmerk opzettelijk werd verdraaid.


Der Gesetzgeber konnte den Standpunkt vertreten, dass zur Verwirklichung dieses Ziels die Möglichkeit vorgesehen werden musste, die Hinterlegung einer Geldsumme zu fordern, zu deren Zahlung der Berufungskläger durch eine gerichtliche Entscheidung verurteilt wurde.

De wetgever vermocht te oordelen dat, om die doelstelling te bereiken, in de mogelijkheid moest worden voorzien om de consignatie te vorderen van een geldsom, tot de betaling waarvan de appellant door een rechterlijke beslissing is veroordeeld.


In Bezug auf den dritten Klagegrund in der Rechtssache Nr. 6138 ist zunächst festzustellen, dass zwischen den darin angeführten Kategorien von Personen objektive Unterschiede bestehen; ein Inhaftierter wurde nach dem Begehen eines Delikts zu einer Strafe verurteilt, während ein Internierter auf der Grundlage einer gerichtlichen Entscheidung interniert wird, die auf dem Umstand beruht, dass er eine als Verbrechen oder Vergehen qualifizierte Tat begangen hat, dass er an einer bestimmten Geistesstörung leidet und dass er wegen dieser Geistesstörung eine Gefahr für die Gesellsch ...[+++]

Wat het derde middel in de zaak nr. 6138 betreft, dient allereerst te worden vastgesteld dat tussen de daarin vermelde categorieën van personen objectieve verschillen bestaan : een gedetineerde is veroordeeld tot een straf na het plegen van een misdrijf, terwijl een geïnterneerde wordt geïnterneerd op basis van een rechterlijke beslissing die steunt op de omstandigheid dat hij een als misdaad of wanbedrijf omschreven feit heeft gepleegd, dat hij lijdt aan een welbepaalde geestesstoornis, en dat hij wegens die geestesstoornis een gevaa ...[+++]


Zum Zeitpunkt der Verkündung der Vorlageentscheidung musste die Kassationsbeschwerde, die durch die strafrechtlich verurteilte Person gegen ein Urteil eines Korrektionalgerichts oder gegen einen Entscheid eines Appellationshofes eingereicht wurde, grundsätzlich in Form einer « Kassationserklärung » erfolgen, die « von der verurteilten Partei bei der Kanzlei abgegeben und von ihr und dem Greffier unterzeichnet » wurde (Artikel 417 Absatz 1 des Strafproz ...[+++]

Op het ogenblik van de uitspraak van de verwijzingsbeslissing moest de voorziening in cassatie ingesteld door een strafrechtelijk veroordeelde tegen een vonnis van een correctionele rechtbank of tegen een arrest van een hof van beroep, in principe de vorm aannemen van een « verklaring van beroep [...] op de griffie [...] door [hem] en door de griffier getekend » (artikel 417, eerste lid, van het Wetboek van strafvordering, vóór de vervanging ervan bij artikel 17 van de wet van 14 februari 2014).


Insofern Artikel 211bis des Strafprozessgesetzbuches die Einstimmigkeit der Mitglieder des Spruchkörpers eines Rechtsprechungsorgans voraussetzt, das einen Angeklagten, der vom Erstrichter zu einer Geldbusse verurteilt wurde, in der Berufungsinstanz zu einer Arbeitsstrafe verurteilt, verstösst er gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung.

In zoverre artikel 211bis van het Wetboek van strafvordering de eenparigheid vereist van de leden van de zetel van een rechtscollege dat een beklaagde, die door de eerste rechter werd veroordeeld tot een geldboete, in hoger beroep veroordeelt tot een werkstraf, schendt het de artikelen 10 en 11 van de Grondwet.


Im Übrigen werden in Anwendung von Artikel 135 § 3 Absatz 2, dessen Tragweite in B.4.2 präzisiert wurde, die Bestimmungen von Titel V des Gesetzes, die auf diejenigen Anwendung finden, die nach dem Inkrafttreten des Internierungsgesetzes 2014 verurteilt wurden und die gleichzeitig Gegenstand einer Internierungsmaßnahme sind, auf die Verurteilten Anwendung finden, die ministeriell interniert sind.

Overigens zullen, met toepassing van artikel 135, § 3, tweede lid, waarvan de draagwijdte werd gepreciseerd in B.4.2, de bepalingen van titel V van de wet, die van toepassing zijn op diegenen die zijn veroordeeld na de inwerkingtreding van de Interneringswet 2014 en die gelijktijdig het voorwerp zijn van een interneringsmaatregel, van toepassing zijn op de ministerieel geïnterneerde veroordeelden.


w