Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Traduction de «durch präjudizielle frage weder » (Allemand → Néerlandais) :

Im Unterschied zur zweiten Vorabentscheidungsfrage betrifft die erste Frage weder das Recht der strafrechtlich verfolgten juristischen Person, unentgeltlichen Beistand durch einen Rechtsanwalt zum Zwecke ihrer Verteidigung zu erhalten, noch die etwaige Übernahme der Kosten und Honorare dieses Rechtsanwalts durch den Staat.

In tegenstelling tot de tweede prejudiciële vraag, betreft de eerste vraag noch het recht van de strafrechtelijk vervolgde rechtspersoon op het verkrijgen van de kosteloze bijstand van een advocaat om zich te verdedigen, noch de eventuele tenlasteneming van de kosten en erelonen van die advocaat door de Staat.


Die präjudizielle Frage bezieht sich auf Artikel 153 des Dekrets der Flämischen Region vom 18. Mai 1999 über die Organisation der Raumordnung in der durch das Dekret vom 4. Juni 2003 abgeänderten Fassung, der nach der Nichtigerklärung der Wortfolge ' aus der Zeit vor dem 1. Mai 2000 ' nach der Wortfolge ' Für die Verstöße ' in Absatz 2 durch das Urteil des Hofes Nr. 14/2005 vom 19. Januar 2005 bestimmt: ' Für den Fall, dass der Ort nicht innerhalb der vom Gericht festgelegten Frist in den früheren Zustand zurü ...[+++]

De prejudiciële vraag heeft betrekking op artikel 153 van het decreet van het Vlaamse Gewest van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening, zoals gewijzigd bij het decreet van 4 juni 2003, dat, na de vernietiging bij het arrest van het Hof nr. 14/2005 van 19 januari 2005 van de woorden ' die dateren van voor 1 mei 2000 ' volgend op de woorden ' Voor de inbreuken ' in het tweede lid, bepaalt : ' Voor het geval dat de plaats niet binnen de door de rechtbank gestelde termijn in de vorige ...[+++]


Zur Frage von Klagen vor dem Gerichtshof ist schließlich anzumerken, dass der Vertrag den Mitgliedstaaten dieses Recht zuerkennt, das weder durch die Kommission noch durch die Schlichtungsstelle eingeschränkt werden kann.

Wat ten slotte het recht betreft geschillen aan het Hof van Justitie voor te leggen, dient erop te worden gewezen dat het Verdrag dit recht aan de lidstaten toekent en dat noch de Commissie noch het bemiddelingsorgaan dit kunnen beperken.


33. Die Frage der Regularisierung, d.h. die Ermessensbefugnis zur Gewährung eines rechtmäßigen Aufenthalts, wird weder durch das Gemeinschaftsrecht noch durch die Schengen-Vorschriften geregelt, sondern fällt weiterhin in die Zuständigkeit der Mitgliedstaaten.

33. Het huidige Gemeenschapsrecht, inclusief het Schengenacquis, bevat geen voorschriften inzake regularisatie, d.w.z. de discretionaire beslissing iemand toe te staan legaal op het grondgebied te verblijven; dergelijke beslissingen vallen nu onder de discretionaire bevoegdheid van de lidstaten.


Das Recht auf freien Personenverkehr der Unionsbürger und ihrer Familienangehörigen sowie der Drittstaatsangehörigen und ihrer Familienangehörigen, die aufgrund von Übereinkommen zwischen der Union und ihren Mitgliedstaaten einerseits und den betreffenden Drittstaaten andererseits über ein Recht auf freien Personenverkehr verfügen, das dem der Unionsbürger gleichwertig ist, wird durch ein gemeinsames Regelwerk für das Überschreiten der Grenzen durch Personen weder in Frage gestellt noch beeint ...[+++]

Een gemeenschappelijke regeling betreffende de overschrijding van de grenzen door personen doet geen afbreuk aan de rechten inzake vrij verkeer van burgers van de Unie en hun familieleden en is niet van invloed op onderdanen van derde landen en hun familieleden die in het kader van overeenkomsten tussen de Unie en haar lidstaten enerzijds, en die landen anderzijds, rechten inzake vrij verkeer genieten die gelijkwaardig zijn aan die van de burgers van de Unie.


Der Hof wird gefragt, ob der vorerwähnte Artikel 17 gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, gegebenenfalls in Verbindung mit deren Artikeln 182 und 167 § 1 Absatz 2, verstosse, insofern diese Bestimmung weder die Fälle vorsehe, in denen die zeitweilige Amtsenthebung auferlegt werden könne, noch die Verteidigungsrechte der betroffenen Berufsoffiziere, so dass den Berufsoffizieren die Garantie entzogen werde, die durch Artikel 182 der Verfassung allgemein allen Militärpersonen geboten werde (erste ...[+++]

Het Hof wordt gevraagd of het voormelde artikel 17 de artikelen 10 en 11, al dan niet in samenhang gelezen met de artikelen 182 en 167, § 1, tweede lid, van de Grondwet, schendt, in zoverre die bepaling niet de gevallen omvat waarin de tijdelijke ambtsontheffing kan worden opgelegd noch de rechten van verdediging van de betrokken beroepsofficier, waardoor het aan de beroepsofficieren de waarborg zou ontnemen die artikel 182 van de Grondwet op algemene wijze aan alle militairen waarborgt (eerste prejudiciële vraag), dan wel in ...[+++]


In der durch den verweisenden Richter formulierten Form wird der Hof durch die präjudizielle Frage weder zur Verfassungsmässigkeit einer Gerichtsentscheidung noch zur Auslegung des Gesetzes befragt.

In de prejudiciële vraag, zoals die door de verwijzende rechter is geformuleerd, wordt het Hof niet ondervraagd over de grondwettigheid van een rechterlijke uitspraak, noch over de aan de wet te geven interpretatie.


Aus der Formulierung der präjudiziellen Fragen und der Begründung des Verweisungsurteils geht hervor, dass der vorlegende Richter zunächst im Wesentlichen zu vernehmen wünscht, ob die fraglichen Bestimmungen getrennt oder zusammen gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung verstossen, gegebenenfalls in Verbindung mit dem Recht auf Zugang zum Richter und auf eine wirksame gerichtliche Klagemöglichkeit, das sich aus Artikel 13 der Verfassung ergibt und auch durch einen allgemeinen Rechtsgrundsatz sowie durch Artikel ...[+++]

Uit de formulering van de prejudiciële vragen en de motivering van het verwijzingsvonnis blijkt dat de verwijzende rechter allereerst in essentie wenst te vernemen of de in het geding zijnde bepalingen, afzonderlijk of gezamenlijk, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schenden, al dan niet in samenhang gelezen met het recht op toegang tot de rechter en op een daadwerkelijk jurisdictioneel beroep, dat voortvloeit uit artikel 13 van de Grondwet en ook wordt gewaarborgd door een algemeen rechtsbeginsel en door artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, en met het beginsel non bis in idem, dat wordt ...[+++]


Das Recht auf freien Personenverkehr der Unionsbürger und ihrer Familienangehörigen sowie der Drittstaatsangehörigen und ihrer Familienangehörigen, die aufgrund von Übereinkommen zwischen der Gemeinschaft und ihren Mitgliedstaaten einerseits und den betreffenden Drittstaaten andererseits über ein Recht auf freien Personenverkehr verfügen, das dem der Unionsbürger gleichwertig ist, wird durch die Festlegung eines gemeinsamen Regelwerks für das Überschreiten der Grenzen durch Personen weder in Frage gestellt noch beein ...[+++]

De vaststelling van een gemeenschappelijke regeling betreffende de overschrijding van de grenzen door personen doet geen afbreuk aan de rechten inzake vrij verkeer van burgers van de Unie en hun familieleden en is niet van invloed op onderdanen van derde landen en hun familieleden die in het kader van overeenkomsten tussen de Gemeenschap en haar lidstaten enerzijds, en die landen anderzijds, rechten inzake vrij verkeer genieten die gelijkwaardig zijn aan die van de burgers van de Unie.


Die dritte präjudizielle Frage in der Rechtssache Nr. 2041 und die präjudizielle Frage in der Rechtssache Nr. 2157 beziehen sich auf die Vereinbarkeit der Artikel 220, 221 und 224 des AZAG mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung, insoweit einerseits die darin vorgesehene Einziehung einen dinglichen Charakter hat, weil sie verhängt werden kann, ohne dass dabei zwischen dem Fall, in dem die einzuziehenden Sachen Eigentum der Verurteilten sind, und dem Fall, in dem sie Eigentum Dritter sind, zu unterscheiden ist, selbst wenn diese Letztgenannten mit dem Betrug nichts zu tun ha ...[+++]

De derde prejudiciële vraag in de zaak nr. 2041 en de prejudiciële vraag in de zaak nr. 2157 betreffen de bestaanbaarheid van de artikelen 220, 221 en 224 van de A.W.D.A. met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre, enerzijds, de daarin voorgeschreven verbeurdverklaring een zakelijk karakter heeft, omdat zij kan worden uitgesproken zonder dat daarbij een onderscheid moet worden gemaakt tussen het geval waarin de verbeurd te verklaren zaken de eigendom zijn van de veroordeelden en het geval waarin zij de eigendom zijn van derden, zelfs al zouden ...[+++]




datacenter (6): www.wordscope.be (v4.0.br)

'durch präjudizielle frage weder' ->

Date index: 2024-12-30
w