Offenbar haben die Mitgliedstaaten kaum nennenswerte Bedenken gegen die derzeitige Unterteilung in Anhang-I- und Anhang-II-Projekte, und sie scheinen von dem gemäß Richtlinie zulässigen Ermessensspielraum Gebrauch zu machen, der es ihnen ermöglicht, die Anzahl der in den Anwendungsbereich von Anhang I fallenden Projekte zu erhöhen. Der für Projekte des Anhangs I genutzte Schwellenansatz findet in den Mitgliedstaaten breite Unterstützung.
De lidstaten lijken geen grote problemen te hebben met het huidige onderscheid tussen projecten van bijlage I en bijlage II en met de flexibiliteit die de richtlijn biedt om zelf projecten toe te voegen aan bijlage I. Er is redelijk wat steun onder de lidstaten voor de drempelwaardenbenadering die in bijlage I wordt gehanteerd.