Vertaling van "auch gründlich genug damit befassen " (Duits → Nederlands) :

Umgekehrt können sie auch den Standpunkt vertreten, dass einer Angelegenheit auf einer allgemeineren Handlungsebene besser gedient ist, damit sie einheitlich für ihr gesamtes Zuständigkeitsgebiet geregelt wird, und es folglich den lokalen Behörden verbieten, sich damit zu befassen.
Zij kunnen tevens oordelen dat een aangelegenheid, daarentegen, beter zal worden geregeld op een meer algemeen bestuursniveau, met name op een eenvormige manier voor het gehele grondgebied waarvoor zij bevoegd zijn, en bijgevolg de lokale overheden verbieden zich die aangelegenheid toe te eigenen.

Ich stelle nicht in Frage, dass wir uns dringend um dieses Problem kümmern müssen, ich frage mich nur, ob wir uns auch gründlich genug damit befassen, ob wir nicht manchmal überhastet handeln und ob wir die richtigen Fragen stellen.
Ik betwist niet dat we ons dringend met dit probleem moeten bezighouden. Ik vraag me alleen af of we er wel zorgvuldig genoeg mee omgaan.

Viertens und letztens müssen wir gründlich untersuchen, wie viel Zeit das Parlament damit verbringt, sich mit Behauptungen zu befassen, statt sich dem eigentlichen Problem des Terrorismus zu widmen.
Ten vierde en tot slot zouden we bij onszelf te rade moeten gaan hoeveel tijd het Europees Parlement besteedt aan het onderzoek naar een verondersteld probleem en hoeveel tijd aan het werkelijke probleem, terrorisme.

Diese Elemente zeigen, dass das angefochtene Dekret nicht nur aus einer vollständigen Neubewertung der Akte, insbesondere im Lichte von wissenschaftlichen Referenzen mit möglichen Spannen der Unsicherheit (Parl. Dok., Wallonisches Parlament, 2003-2004, Nr. 661/1, S. 25, und Nr. 661/4, SS. 25 und 27), aus den Schlussfolgerungen der vorangegangenen Massnahmen und dabei angetroffenen Schwierigkeiten (« keine europäische Ausrichtung, Aufrechterhaltung der Nachtfluggenehmigung durch die Justiz, Schweigen des Staatsrates unter bestimmten Umständen, jedoch bei Klagen für nichtig erklärte Verfahren » (Parl. Dok., Wallonisches Parlament, 2003-2004, Nr. 661/4, S. 4)), hervorgegangen ist, sondern auch aus einer neuen Methode, um sowohl der Rechtsprechung des Hofes Rechnung zu tragen, der in seinem Urteil Nr. 51/2003 erkannt hatte, dass eine Diskriminierung zwischen den Anwohnern der Zone A und denjenigen der Zone B besteht, wobei Letztere nicht in den Genuss der vorteilhaften Massnahmen gelangen können, die den Ersteren gewährt werden, obwohl sie unter ebenso gesundheitsschädlichen Lärmbelästigungen leiden würden (Parl. Dok., Wallonisches Parlament, 2003-2004, Nr. 661/1, S. 30, und Nr. 661/4, SS. 10 und 17), als auch dem Bemühen, die zu ergreifenden Massnahmen flexibel genug zu gestalten, damit sie der Entwicklung des Lufttransports angepasst und folglich moduliert werden können (ebenda, Nr. 661/1, S. 3), und nicht die Finanzen der Region über das notwendige Mass hinaus zu belasten (ebenda, Nr. 661/4, SS. 12, 16 und 18).
Die elementen wijzen erop dat het bestreden decreet niet alleen uitgaat van een volkomen nieuw onderzoek van het dossier, met name in het licht van wetenschappelijke referenties die een bepaalde onzekerheid kunnen laten bestaan (Parl. St., Waals Parlement, 2003-2004, nr. 661/1, p. 25, en nr. 661/4, pp. 25 en 27), van het gevolg dat aan de vorige maatregelen is gegeven en van de bij die gelegenheid ondervonden moeilijkheden (« geen richtsnoeren van Europa, behoud van de toestemming voor nachtvluchten door het gerecht, stilzwijgen van de Raad van State in bepaalde omstandigheden, maar vernietigde procedures bij de beroepen » (Parl. St., Waals Parlement, 2003-2004, nr. 661/4, p. 4)), maar ook van een nieuwe methode die tegelijk rekening wil houden met de rechtspraak van het Hof, dat in zijn arrest nr. 51/2003 had geoordeeld dat er een discriminatie bestond tussen de omwonenden van zone A en die van zone B, waarbij de laatstgenoemden de voordelige maatregelen niet konden genieten die de eerstgenoemden wel genoten, terwijl zij een geluidshinder zouden ondergaan die voor hun gezondheid even schadelijk zou zijn (Parl. St., Waals Parlement, 2003-2004, nr. 661/1, p. 30, en nr. 661/4, pp.

2. « Falls der Schiedshof die erste Frage verneinend beantworten würde: Verstossen das Gesetz vom 21. Dezember 1998 über die Sicherheit bei Fussballspielen im Allgemeinen, auch in der durch das Gesetz vom 10. März 2003 abgeänderten Fassung, und insbesondere die Artikel 23bis, 24 letzter Absatz, 26 § 2 und 31 § 2 dieses Gesetzes gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, insofern diese Bestimmungen den vom König bestimmten Beamten dazu ermächtigen, als zuständige Verwaltungsbehörde die in Artikel 24 letzter Absatz bestimmte Sanktion zu verhängen, während für die gleichen als Straftat geltenden Tatbestände, die zu einer strafrechtlichen Untersuchung bzw. strafrechtlichen Verfolgung führen würden, ausschliesslich die Staatsanwaltschaft beim Jugendgericht zuständig ist, den Jugendrichter oder das Jugendgericht zu befassen, damit einem Minderjährigen gegenüber die im Jugendschutzgesetz vorgesehenen Massnahmen ergriffen werden?
2. « Indien het Arbitragehof de eerste vraag ontkennend zou beantwoorden : Schendt de wet van 21 december 1998 betreffende de veiligheid bij voetbalwedstrijden in het algemeen, zelfs gewijzigd bij de wet van 10 maart 2003, en in het bijzonder de artikelen 23bis, 24, laatste lid, 26, § 2, en 31, § 2, ervan, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre die bepalingen de door de Koning aangewezen ambtenaar ertoe machtigen als bevoegde administratieve instantie de in artikel 24, laatste lid, bepaalde sanctie op te leggen, terwijl voor diezelfde, als misdrijf omschreven feiten, die tot een strafonderzoek of een strafvervolging aanleiding zouden geven, alleen het openbaar ministerie bij de jeugdrechtbank bevoegd is om een zaak bij de jeugdrechter of de jeugdrechtbank aanhangig te maken, teneinde ten aanzien van een minderjarige de bij de wet betreffende de jeugdbescherming vastgestelde maatregelen te nemen ?

Die Initiative (Dok. Nr. 5450/04) wurde mit einem Dokument zur Erläuterung (Dok. Nr. 5216/04) im Februar 2004 an das Parlament übermittelt, was dem Parlament nicht genug Zeit gab, um sich noch vor den Wahlen damit zu befassen.
Het initiatief (doc. 5450/04) met een toelichtend document (doc. 5216/04) werd in februari van dit jaar aan het Europees Parlement doorgezonden, waardoor te weinig tijd beschikbaar was voor de behandeling vóór de verkiezingen.

2. « Falls der Schiedshof die erste Frage verneinend beantworten würde : Verstossen das Gesetz vom 21. Dezember 1998 über die Sicherheit bei Fussballspielen im allgemeinen, auch in der durch das Gesetz vom 10. März 2003 abgeänderten Fassung, und insbesondere die Artikel 23bis, 24 letzter Absatz, 26 § 2 und 31 § 2 dieses Gesetzes gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, insofern diese Bestimmungen den vom König bestimmten Beamten dazu ermächtigen, als zuständige Verwaltungsbehörde die in Artikel 24 letzter Absatz bestimmte Sanktion zu verhängen, während für die gleichen als Straftat geltenden Tatbestände, die zu einer strafrechtlichen Untersuchung bzw. strafrechtlichen Verfolgung führen würden, ausschliesslich die Staatsanwaltschaft beim Jugendgericht zuständig ist, den Jugendrichter oder das Jugendgericht zu befassen, damit einem Minderjährigen gegenüber die im Jugendschutzgesetz vorgesehenen Massnahmen ergriffen werden?
2. « Indien het Arbitragehof de eerste vraag ontkennend zou beantwoorden : Schendt de wet van 21 december 1998 betreffende de veiligheid bij voetbalwedstrijden in het algemeen, zelfs gewijzigd bij de wet van 10 maart 2003, en met name de artikelen 23bis, 24, laatste lid, 26, § 2, en 31, § 2 ervan, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre die bepalingen de door de Koning aangewezen ambtenaar ertoe machtigen als bevoegde administratieve instantie de in artikel 24, laatste lid, bepaalde sanctie op te leggen, terwijl voor diezelfde, als misdrijf omschreven feiten, die tot een strafonderzoek of een strafvervolging aanleiding zouden geven, alleen het openbaar ministerie bij de jeugdrechtbank bevoegd is om een zaak bij de jeugdrechter of de jeugdrechtbank aanhangig te maken, teneinde ten aanzien van een minderjarige de bij de wet betreffende de jeugdbescherming vastgestelde maatregelen te nemen ?

Nicht genug damit, dass Artikel 11 § 3 den Vorteil der zur Diskussion stehenden Indexierung auf die ausländischen Staatsangehörigen der Länder ausdehnt, mit denen Belgien ein Gegenseitigkeitsabkommen abgeschlossen hat, stellt Artikel 69 des Programmgesetzes vom 2. Juli 1981 in seiner durch Artikel 15 des Programmgesetzes vom 20. Juli 1990 abgeänderten Fassung auch noch die EG-Angehörigen mit den Belgiern gleich, was die Leistungen im Sinne des Gesetzes vom 16. Juni 1960 angeht, einschliesslich der in Artikel 11 vorgesehenen Indexierung und deren Anwendung in bezug auf die Personen.
Niet alleen breidt artikel 11, § 3, het voordeel van de in het geding zijnde indexering uit tot de vreemde onderdanen van landen waarmee België een wederkerigheidsakkoord heeft afgesloten, maar artikel 69 van de programmawet van 2 juli 1981, gewijzigd bij artikel 15 van de programmawet van 20 juli 1990, stelt de E.G.-onderdanen gelijk met de Belgen wat betreft de prestaties bedoeld in de wet van 16 juni 1960, met inbegrip dus van de indexering bedoeld in artikel 11, en het toepassingsveld ervan ten aanzien van de personen.