Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com
Forum
Für den Rechtsbehelf zuständiges Gericht
Gerichtsstand
Rechtsmittelgericht
Vorrangig zuständiges Gericht
Zuständiges Gericht

Traduction de «art zuständiger gerichte » (Allemand → Néerlandais) :

TERMINOLOGIE
voir aussi les traductions en contexte ci-dessous
für den Rechtsbehelf zuständiges Gericht | Rechtsmittelgericht

appèlinstantie


vorrangig zuständiges Gericht

rechterlijke instantie met hogere bevoegdheid


Forum | Gerichtsstand | zuständiges Gericht

bevoegde rechter | bevoegde rechterlijke instantie
TRADUCTIONS EN CONTEXTE
Art. 7 Nr. 1 der Verordnung Nr. 1215/2012 ist dahin auszulegen, dass das nach dieser Bestimmung zuständige Gericht für die Entscheidung über eine Schadensersatzklage wegen der Kündigung eines Vertriebsvertrags zwischen zwei Gesellschaften mit Sitz und Geschäftstätigkeit in zwei verschiedenen Mitgliedstaaten für den Vertrieb von Waren auf dem nationalen Markt eines dritten Mitgliedstaats, in dessen Hoheitsgebiet keine dieser Gesellschaften über eine Zweigniederlassung oder sonstige Niederlassun ...[+++]

2) Artikel 7, punt 1, van verordening nr. 1215/2012 moet aldus worden uitgelegd dat het gerecht dat krachtens deze bepaling bevoegd is om kennis te nemen van een vordering tot schadevergoeding in verband met de beëindiging van een distributieovereenkomst, gesloten tussen twee in twee verschillende lidstaten gevestigde en werkzame vennootschappen, voor het verhandelen van producten op de markt van een derde lidstaat, op het grondgebied waarvan geen van deze vennootschappen een filiaal of vestiging heeft, het gerecht is van de lidstaat ...[+++]


Nach alledem ist auf die Fragen 2 bis 8 zu antworten, dass Art. 7 Nr. 1 der Verordnung Nr. 1215/2012 dahin auszulegen ist, dass das nach dieser Bestimmung zuständige Gericht für die Entscheidung über eine Schadensersatzklage wegen der Kündigung eines Vertriebsvertrags zwischen zwei Gesellschaften mit Sitz und Geschäftstätigkeit in zwei verschiedenen Mitgliedstaaten für den Vertrieb von Waren auf dem nationalen Markt eines dritten Mitgliedstaats, in dessen Hoheitsgebiet keine dieser Gesellschaf ...[+++]

Gelet op een en ander moet op de tweede tot en met de achtste vraag worden geantwoord dat artikel 7, punt 1, van verordening nr. 1215/2012 aldus moet worden uitgelegd dat het gerecht dat krachtens deze bepaling bevoegd is om kennis te nemen van een vordering tot schadevergoeding in verband met de beëindiging van een distributieovereenkomst, gesloten tussen twee in twee verschillende lidstaten gevestigde en werkzame vennootschappen, voor het verhandelen van producten op de markt van een derde lidstaat, op het grondgebied waarvan geen v ...[+++]


Der Gerichtshof hat in dem Urteil vom 18. Juli 2013, Kommission / Kadi u. a (C‑584/10 P, C‑593/10 P, C‑595/10 P, EU:C:2013:518, Rn.100), festgestellt, dass nach Art. 47 der Charta eine ausreichende Information erforderlich ist, „damit der Betroffene seine Rechte unter den bestmöglichen Bedingungen verteidigen und in Kenntnis aller Umstände entscheiden kann, ob es angebracht ist, das zuständige Gericht anzurufen, und damit dieses umfassend in die Lage ...[+++]

Het Hof oordeelde in punt 100 van het arrest van 18 juli 2013, Commissie e.a./Kadi (C‑584/10 P, C- 593/10 P, C‑595/10 P, EU:C:2013:518), dat artikel 47 van het Handvest vereist dat de belanghebbende voldoende wordt ingelicht „teneinde hem de mogelijkheid te bieden zijn rechten onder zo goed mogelijke omstandigheden te verdedigen en met volledige kennis van zaken te beslissen of hij er baat bij heeft om zich tot de bevoegde rechter te wenden, en teneinde deze laatste ten volle in staat te stellen om de wettigheid van het betrokken besl ...[+++]


110. Nach ständiger Rechtsprechung des Gerichtshofs muss die nach Art. 296 AEUV vorgeschriebene Begründung der Natur des betreffenden Rechtsakts angepasst sein und die Überlegungen des Unionsorgans, das den Rechtsakt erlassen hat, so klar und eindeutig zum Ausdruck bringen, dass die Betroffenen ihr die Gründe für die erlassene Maßnahme entnehmen können und das zuständige Gericht seine Kontrollaufgabe wahrnehmen kann (Urteile vom 15. April 2008, Nuova Agricast, C-390/06, EU: C: 2008: 224, Rn. 79, und vom 5. März 2015, Banco Privado Por ...[+++]

110. Zoals blijkt uit de vaste rechtspraak van het Hof, moet de door artikel 296 VWEU vereiste motivering beantwoorden aan de aard van de betrokken handeling en de redenering van de instelling die de handeling heeft vastgesteld, duidelijk en ondubbelzinnig tot uitdrukking doen komen, zodat de belanghebbenden de rechtvaardigingsgronden van de genomen maatregel kunnen kennen en de bevoegde rechter zijn toezicht kan uitoefenen (arresten van 15 april 2008, Nuova Agricast, C-390/06, EU: C: 2008: 224, punt 79, en 5 maart 2015, Banco Privado ...[+++]


For more results, go to https://pro.wordscope.com to translate your documents with Wordscope Pro!
Hat ein Unionsbürger in einem Aufnahmemitgliedstaat ein unionsrechtliches Aufenthaltsrecht aus den Art. 20 AEUV und 21 AEUV, wenn der einzige Staat in der Union, in dem der Unionsbürger aufenthaltsberechtigt ist, der Staat seiner Staatsangehörigkeit ist, ein zuständiges Gericht jedoch als Tatsache festgestellt hat, dass seine Abschiebung aus dem Aufnahmemitgliedstaat in den Staat seiner Staatsangehörigkeit eine Verletzung seiner Rechte aus Art. 8 EMRK bzw. Art. 7 der Charta der Grundrechte der ...[+++]

Heeft een burger van de Unie een EU-recht om in een gastlidstaat te verblijven op grond van de artikelen 20 VWEU en 21 VWEU, wanneer het enige land binnen de EU waar hij het recht heeft te verblijven, het land is waarvan hij de nationaliteit heeft, maar een bevoegde rechter feitelijk heeft vastgesteld dat het verwijderen van de burger uit de gastlidstaat naar de staat waarvan hij de nationaliteit heeft, diens rechten op grond van artikel 8 EVRM of artikel 7 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie zou schenden?


Bindet die Wirkung, die der Bescheinigung E 101 zukommt, die gemäß Art. 11 Abs. 1 und Art. 12a Abs. 1a der Verordnung (EWG) Nr. 574/72 vom 21. März 1972 über die Durchführung der Verordnung (EWG) Nr. 1408/71 vom 14. Juni 1971 zur Anwendung der Systeme der sozialen Sicherheit auf Arbeitnehmer und Selbständige sowie deren Familienangehörige, die innerhalb der Gemeinschaft zu- und abwandern (1), von dem Träger, den die zuständige Behörde des Mitgliedstaats bezeichnet hat, dessen Rechtsvorschriften der sozialen Sicherheit weiterhin auf die Situation des Arbeitnehmers anzuwenden sind, ausgestellt wurde, zum einen die Träger und Behörden des ...[+++]

Geldt het gevolg verbonden aan de E 101-verklaring die, door de instelling aangewezen door de overheid van de lidstaat wiens socialezekerheidswetgeving van toepassing blijft op de situatie van de werknemer, is afgegeven overeenkomstig de artikelen 11, lid 1, en 12bis, lid 1bis, van verordening (EEG) nr. 574/72 van 21 maart 1972 tot vaststelling van de wijze van toepassing van verordening (EEG) nr. 1408/71 betreffende de toepassing van de socialezekerheidsregelingen op werknemers en zelfstandigen, alsmede op hun gezinsleden, die zich b ...[+++]


Die Klage wird, soweit sie auf die Nichtigerklärung von Art. 19 Abs. 1 Buchst. b und Art. 20 Abs. 1 Buchst. b des Beschlusses 2010/413/GASP des Rates vom 26. Juli 2010 über restriktive Maßnahmen gegen Iran und zur Aufhebung des Gemeinsamen Standpunkts 2007/140/GASP abzielt, abgewiesen, weil sie vor einem Gericht erhoben worden ist, das für eine Entscheidung darüber nicht zuständig ist, und sie wird als unzulässig abgewiesen, soweit sie auf die Nichtigerklärung von Art. 16 Abs. 2 der Verordnung (EG) Nr. 961/2010 des Rates vom 25. Okt ...[+++]

Het beroep wordt verworpen omdat het is ingesteld bij een rechterlijke instantie die niet bevoegd is om daarvan kennis te nemen, voor zover het strekt tot de nietigverklaring van artikel 19, lid 1, sub b, en artikel 20, lid 1, sub b, van besluit 2010/413/GBVB van de Raad van 26 juli 2010 betreffende beperkende maatregelen tegen Iran en tot intrekking van gemeenschappelijk standpunt 2007/140/GBVB, en het wordt niet-ontvankelijk verklaard, voor zover het strekt tot de nietigverklaring van artikel 16, lid 2, van verordening (EU) nr. 961/2010 van de Raad van 25 oktober 2010 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Iran en tot intre ...[+++]


Nach Art. 256 Abs. 3 AEUV ist zwar in besonderen in der Satzung festgelegten Sachgebieten das Gericht für Vorabentscheidungen gemäß Art. 267 AEUV zuständig.

Volgens artikel 256, lid 3, VWEU is het Gerecht weliswaar bevoegd kennis te nemen van prejudiciële vragen die worden voorgelegd uit hoofde van artikel 267 VWEU en die specifieke in het Statuut bepaalde terreinen betreffen, maar aangezien het Statuut op dit punt niet is aangepast, blijft het Hof van Justitie (hierna: „Hof”) thans bij uitsluiting bevoegd om op verzoeken om een prejudiciële beslissing uitspraak te doen.


Vorabentscheidungsersuchen — Tribunal de grande instance de Paris — Auslegung von Art. 2 und Art. 5 Abs. 3 der Verordnung (EG) Nr. 44/2001 des Rates vom 22. Dezember 2000 über die gerichtliche Zuständigkeit und die Anerkennung und Vollstreckung von Entscheidungen in Zivil- und Handelssachen (ABl. L 12, S. 1) — Zuständiges Gericht für die Entscheidung über eine Klage wegen Verletzung des Privatlebens und des Rechts auf das eigene Bild aufgrund einer Einstellung von Informationen und Fotografien auf einer Website im Internet, die von e ...[+++]

Verzoek om een prejudiciële beslissing — Tribunal de grande instance de Paris — Uitlegging van de artikelen 2 en 5, punt 3, van verordening (EG) nr. 44/2001 van de Raad van 22 december 2000 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (PB 2001, L 12, blz. 1) — Rechter die bevoegd is om te oordelen over een beroep wegens aantasting van het privéleven en het portretrecht na plaatsing van informatie en foto’s op een internetsite vanaf een server op het grondgebied van een andere lidstaat dan die van de woonplaats van eiser — Vaststelling van de plaats waar het ...[+++]


Nach Art. 256 Abs. 3 AEUV ist zwar in besonderen in der Satzung festgelegten Sachgebieten das Gericht für Vorabentscheidungen gemäß Art. 267 AEUV zuständig.

Volgens artikel 256, lid 3, VWEU is het Gerecht weliswaar bevoegd kennis te nemen van prejudiciële vragen die worden voorgelegd uit hoofde van artikel 267 VWEU en die specifieke in het Statuut bepaalde terreinen betreffen, maar aangezien het Statuut op dit punt niet is aangepast, blijft het Hof van Justitie (hierna: „Hof”) thans bij uitsluiting bevoegd om op verzoeken om een prejudiciële beslissing uitspraak te doen.




datacenter (6): www.wordscope.be (v4.0.br)

'art zuständiger gerichte' ->

Date index: 2025-01-07
w