In Bezug auf die Anpassungsfähigkeit wird grundsätzlich zwischen inhärenter Kapazität (des Ökosystems), die von der genetischen Vielfalt der Wälder, einschließlich der biologischen Vielfalt der Böden, abhängig ist, und sozioökonomischer Kapazität – der Forstwirtschaft in Bezug auf Know-how und Kapitalintensität – unterschieden.
Er wordt een onderscheid gemaakt tussen de inherente capaciteit (van het ecosysteem), waarbij wordt vertrouwd op de genetische diversiteit van de bossen, inclusief de biodiversiteit van de bodem, en de sociaaleconomische capaciteit van de bosbouwsector, in de vorm van knowhow and kapitaalintensiteit.