Vertaling van " herrn florenz festgestellt wurde " (Duits → Nederlands) :

Wie bereits im Bericht von Herrn Florenz festgestellt wurde, ist die wissenschaftliche Arbeit zum den Klimawandel etabliert und anerkannt und die Tatsache, dass die gegenwärtige globale Erwärmung eine Folge menschlichen Handelns ist, wissenschaftlich nicht zu widerlegen.
Zoals in het verslag van de heer Florenz al wordt gezegd, zijn de wetenschappelijke feiten van klimaatverandering alom vastgesteld en erkend. Het feit dat de huidige opwarming van de aarde een gevolg is van menselijke activiteit is wetenschappelijk gezien onweerlegbaar.

31. weist auf das Urteil der Großen Kammer des Europäischen Gerichtshofs für Menschenrechte (EGMR) vom 13. Dezember 2012 im Fall „El-Masri“ hin, in dem mehrere Verstöße gegen die Europäische Menschenrechtskonvention im Zusammenhang mit der Entführung, außerordentlichen Überstellung und Folterung des deutschen Staatsbürgers Khaled El-Masri am 31. Dezember 2003 festgestellt wurde, der 23 Tage lang in einem Hotel in Skopje in Gewahrsam gehalten wurde, bevor man ihn von dort mit dem Flugzeug nach Afghanistan brachte; fordert die Regierung auf, unverzüglich alle Aspekte des EGMR-Urteils einzuhalten, wozu eine förmliche Entschuldigung an Herrn El-Masri, die Zahlung der vom Gericht angeordneten Entschädigung und die Zusage der Einrichtung eines internationalen Untersuchungsausschusses gehören;
31. neemt kennis van het arrest van de Grote Kamer van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) in de zaak El-Masri van 13 december 2012, waarin werd geoordeeld dat het Europees Verdrag herhaaldelijk is geschonden bij de ontvoering, buitengewone uitlevering en foltering van de Duitse onderdaan Khaled El-Masri op 31 december 2003 en zijn detentie gedurende 23 dagen in een hotel in Skopje voordat hij via de luchthaven van Skopje naar Afghanistan werd overgebracht; dringt er bij de regering op aan alle aspecten van het arrest van het EHRM onverwijld ten uitvoer te leggen, en onder meer officiële verontschuldigingen aan te bieden aan de heer El-Masri, de door het Hof opgelegde schadevergoeding te betalen en zich ertoe te verplichten een internationale onderzoekscommissie op te zetten;

30. weist auf das Urteil der Großen Kammer des Europäischen Gerichtshofs für Menschenrechte (EGMR) vom 13. Dezember 2012 im Fall „El-Masri” hin, in dem mehrere Verstöße gegen die Europäische Menschenrechtskonvention im Zusammenhang mit der Entführung, außerordentlichen Überstellung und Folterung des deutschen Staatsbürgers Khaled El-Masri am 31. Dezember 2003 festgestellt wurde, der 23 Tage lang in einem Hotel in Skopje in Gewahrsam gehalten wurde, bevor man ihn von dort mit dem Flugzeug nach Afghanistan brachte; fordert die Regierung auf, unverzüglich alle Aspekte des EGMR-Urteils einzuhalten, wozu eine förmliche Entschuldigung an Herrn El-Masri, die Zahlung der vom Gericht angeordneten Entschädigung und die Zusage der Einrichtung eines internationalen Untersuchungsausschusses gehören;
30. neemt kennis van het arrest van de Grote Kamer van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) in de zaak El-Masri van 13 december 2012, waarin werd geoordeeld dat het Europees Verdrag herhaaldelijk is geschonden bij de ontvoering, buitengewone uitlevering en foltering van de Duitse onderdaan Khaled El‑Masri op 31 december 2003 en zijn detentie gedurende 23 dagen in een hotel in Skopje voordat hij via de luchthaven van Skopje naar Afghanistan werd overgebracht; dringt er bij de regering op aan alle aspecten van het arrest van het EHRM onverwijld ten uitvoer te leggen, en onder meer officiële verontschuldigingen aan te bieden aan de heer El‑Masri, de door het Hof opgelegde schadevergoeding te betalen en zich ertoe te verplichten een internationale onderzoekscommissie op te zetten;

« Verstösst Artikel 318 § 2 des Zivilgesetzbuches gegen Artikel 22 der Verfassung und Artikel 8 der Europäischen Menschenrechtskonvention, insofern diese Bestimmung es Herrn [P.B.] unmöglich macht, seine rechtlich festgestellte Abstammung hinsichtlich [K. und K. B.] anzufechten, und zwar ohne dass irgendein konkretes und tatsächliches Interesse eine solche Einmischung rechtfertigen kann, da die Vermutung der Vaterschaft des Ehemannes nicht der sozialaffektiven Wirklichkeit entsprechen würde?
« Schendt artikel 318, § 2, van het Burgerlijk Wetboek artikel 22 van de Grondwet en artikel 8 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, in zoverre die bepaling het de heer [P.B.] onmogelijk maakt om op te komen tegen zijn juridische afstamming met [K. en K. B.] en dit zonder dat enig concreet en daadwerkelijk belang een dergelijke inmenging kan verantwoorden nu het vermoeden van vaderschap van de echtgenoot niet zou overeenstemmen met de socio-affectieve werkelijkheid ?

2. bekräftigt, dass die bislang von Rat, Kommission und Privatunternehmen in Aussicht genommenen Lösungen die personenbezogenen Daten von EU-Bürgern nicht angemessen schützen (wie auch in dem Brief von Herrn Schaar, dem Vorsitzenden der Artikel-29-Arbeitsgruppe, zu dem neuen Interim-Abkommen über Fluggastdatensätze festgestellt wurde) und dass damit gegen Gemeinschaftsrecht und einzelstaatliches Recht verstoßen würde, wie im Fall SWIFT geschehen (vgl. Stellungnahme 10/2006 der Artikel-29-Arbeitsgruppe vom 22. November 2006 und Stellungnahme des Europäischen Datenschutzbeauftragten vom 1. Februar 2007);
2. beklemtoont dat de oplossingen die tot dusverre door de Raad en de Commissie en door particuliere ondernemingen worden overwogen geen passende bescherming bieden aan de persoonsgegevens van EU-burgers (zoals werd opgemerkt in het schrijven van de heer Schaar, voorzitter van de werkgroep artikel 29, over de nieuwe voorlopige PNR-overeenkomst), en dat dit een overtreding kan betekenen van zowel de communautaire als de nationale wetgeving, zoals bij de SWIFT-kwestie (zie het advies 10/2006 van de werkgroep artikel 29 van 22 november 2006 en het advies van de EDPS van 1 februari 2007);

Die uns vorliegende mündliche Anfrage wurde von meinem Kollegen, Herrn Florenz, eingereicht. Außerdem wurde im Namen des Ausschusses für Umweltfragen, Volksgesundheit und Lebensmittelsicherheit ein Entschließungsantrag zu dieser mündlichen Anfrage zur EU-Strategie für die Konferenz in Punta del Este zu persistenten organischen Schadstoffen eingereicht.
De mondelinge vraag die hier voorligt, is ingediend door mijn collega de heer Florenz en in aanvulling op deze mondelinge vraag dienen wij namens de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid een ontwerpresolutie in over de EU-strategie voor de conferentie in Punta del Este over persistente organische verontreinigende stoffen.

Im Rahmen einer feierlichen Veranstaltung aus Anlaß der Tagung des Europäischen Rates wurde am 21. Juni 1996 in Florenz in Anwesenheit des amtierenden Präsidenten des Europäischen Rates, des Premierministers der Italienischen Republik, Herrn Romano PRODI, der anderen Mitglieder des Europäischen Rates und des Präsidenten der Europäischen Kommission, Herrn Jacques SANTER, sowie des Präsidenten der Republik Usbekistan, Herrn Islam KARIMOW, das Partnerschafts- und Kooperationsabkommen zwischen den Euro- päischen Gemeinschaften und ihren Mitgliedstaaten einerseits und der Republik Usbekistan andererseits unterzeichnet; die Unterzeichnung nahmen vor: Für Usbekistan: Herr Islam KARIMOV Präsident der Republik Für die Europäischen Gemeinschaften: Herr Lamberto DINI Minister für auswärtige Angelegenheiten der Italienischen Republik, amtierender Präsident des Rates Herr Hans VAN DEN BROEK Mitglied der Kommission Für die Mitgliedstaaten der Europäischen Gemeinschaften: Königreich Belgien Herr Erik DERYCKE Minister der Auswärtigen Angelegenheiten Königreich Dänemark Herr Niels Helveg PETERSEN Minister für auswärtige Angelegenheiten Bundesrepublik Deutschland Herr Klaus KINKEL Bundesminister des Auswärtigen Griechische Republik Herr Yannos PAPANTONIOU Minister für Wirtschaft Königreich Spanien Herr Abel MATUTES Minister für auswärtige Angelegenheiten Französische Republik Herr Hervé de CHARETTE Minister für auswärtige Angelegenheiten Irische Republik Herr Dick SPRING Minister für auswärtige Angelegenheiten Italienische Republik Herr Lamberto DINI Minister für auswärtige Angelegenheiten Großherzogtum Luxemburg Herr Jacques POOS Minister für auswärtige Angelegenheiten Königreich der Niederlande Herr Hans VAN MIERLO Minister für auswärtige Angelegenheiten Republik Österreich Herr Wolfgang SCHÜSSEL Bundesminister für auswärtige Angelegenheiten Portugiesische Republik Herr Jaime GAMA Minister für auswärtige Angelegenheiten Republik Finnland Frau Tarja HALONEN Ministerin für auswärti ...
Tijdens een plechtigheid in Florence op 21 juni 1996 ter gelegenheid van de Europese Raad is in aanwezigheid van de heer Romano PRODI, Minister- President van de Italiaanse Republiek en fungerend Voorzitter van de Europese Raad, de overige leden van de Europese Raad alsmede de heer Jacques SANTER, Voorzitter van de Europese Commissie en de heer Islam KARIMOV, President van de Republiek Oezbekistan, de partnerschaps- en samenwerkings- overeenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun Lid-Staten, enerzijds, en de Republiek Oezbekistan, anderzijds, ondertekend voor Oezbekistan door : de heer Islam KARIMOV President van de Republiek voor de Europese Gemeenschappen door : de heer Lamberto DINI Minister van Buitenlandse Zaken van de Italiaanse Republiek, fungerend Voorzitter van de Raad de heer Hans VAN DEN BROEK Lid van de Commissie Voor de Lid-Staten van de Europese Gemeenschappen door : voor het Koninkrijk België de heer Erik DERYCKE Minister van Buitenlandse Zaken voor het Koninkrijk Denemarken de heer Niels Helveg PETERSEN Minister van Buitenlandse Zaken voor de Bondsrepubliek Duitsland de heer Klaus KINKEL Minister van Buitenlandse Zaken voor de Helleense Republiek de heer Yannos PAPANTONIOU Minister van Economische Zaken voor het Koninkrijk Spanje de heer Abel MATUTES Minister van Buitenlandse Zaken voor de Franse Republiek de heer Hervé de CHARETTE Minister van Buitenlandse Zaken voor de Ierse Republiek de heer Dick SPRING Minister van Buitenlandse Zaken voor de Italiaanse Republiek de heer Lamberto DINI Minister van Buitenlandse Zaken voor het Groot-Hertogdom Luxemburg de heer Jacques POOS Minister van Buitenlandse Zaken voor het Koninkrijk der Nederlanden de heer Hans VAN MIERLO Minister van Buitenlandse Zaken voor de Republiek Oostenrijk de heer Wolfgang SCHÜSSEL Minister van Buitenlandse Zaken voor de Portugese Republiek de heer Jaime GAMA Minister van Buitenlandse Zaken voor de Republiek Finland Mevrouw Tarja HALONEN Minister van Buitenlandse Zaken voor h ...

Am 21. Juni 1996 wurde in Florenz auf der Tagung des Europäischen Rates in Anwesenheit des Ministerpräsidenten der Italienischen Republik und amtierenden Präsidenten des Europäischen Rates, Herrn Romano PRODI, und des Präsidenten der Republik Chile, Herrn Eduardo FREI RUIZ-TAGLE, das Rahmenabkommen über die Zusammenarbeit zur Vorbereitung einer politischen und wirtschaftlichen Assoziation zwischen der Europäischen Gemeinschaft und ihren Mitgliedstaaten einerseits und der Repbulik Chile andererseits feierlich unterzeichnet. Die Unterzeichnenden waren für Chile: Herr José Miguel INSULZA Minister für auswärtige Angelegenheiten Chiles für die Gemeinschaften: Herr Lamberto DINI Minister für auswärtige Angelegenheiten der Italienischen Republik, amtierender Präsident des Rates Herr Manuel MARÍN Vizepräsident der Europäischen Kommission für die Mitgliedstaaten der Europäischen Gemeinschaften die Minister für auswärtige Angelegenheiten (siehe Anlage).
Tijdens een plechtigheid op 21 juni 1996, ter gelegenheid van de Europese Raad in Florence, werd in aanwezigheid van de heer Romano PRODI, Minister-President van de Italiaanse Republiek, fungerend Voorzitter van de Europese Raad en van de heer Eduardo FREI RUIZ-TAGLE, President van de Republiek Chili, de kaderovereenkomst voor samenwerking ter voorbereiding van een associatie van politieke en economische aard tussen de Europese Gemeenschap en haar Lid-Staten, enerzijds, en de Republiek Chili, anderzijds, als einddoel, ondertekend door : voor Chili : de heer José Miguel INSULZA Minister van Buitenlandse Zaken van Chili voor de Gemeenschappen : de heer Lamberto DINI Minister van Buitenlandse Zaken van de Italiaanse Republiek, fungerend Voorzitter van de Raad de heer Manuel MARIN Vice-Voorzitter van de Europese Commissie voor de Lid-Staten van de Europese Gemeenschappen : (zie bijlage).

8. Im Zwischenbericht des Rates an den Europäischen Rat von Florenz wurde festgestellt, daß das wirksame Funktionieren des Binnenmarktes nicht durch Verzerrungen der realen Wechselkurse oder übermäßige Schwankungen der nominalen Wechselkurse zwischen dem Euro und den anderen EU-Währungen gefährdet werden dürfe, da dies die Handelsströme zwischen den Mitgliedstaaten stören würde.
8. In het voortgangsverslag van de Raad aan de Europese Raad van Florence werd betoogd dat het goed functioneren van de interne markt niet bedreigd mag worden door een onjuiste onderlinge afstemming van de reële wisselkoersen, of door buitensporige fluctuaties van de nominale wisselkoers tussen de euro en de overige EU-valuta's, die de handelsstromen tussen de Lid-Staten zouden verstoren.