2. is tegelijkertijd van mening dat de mensenrechtensituatie in Iran onaanvaardbaar blijft, met name het feit dat nog steeds wrede, onmenselijke en onterende straffen worden toegepast; deze aangelegenheden zullen zonder twijfel op de agenda van toekomstige interparlementaire contacten staan;
2. estime parallèlement que la situation des droits de l'homme en Iran demeure inacceptable, notamment en ce qui concerne la poursuite du recours à des peines cruelles, inhumaines et dégradantes, ce qui figurera sans aucun doute à l'ordre du jour des futurs contacts parlementaires;