Hierbij gaf hij aan dat een goede oplossing ter zake zou voortvloeien uit een beslissing waarover de beide gemeenschappen overleg zouden hebben gepleegd en die door beide zou worden aanvaard : « een taalgroep kan niet eenzijdig zijn visie opdringen aan een andere taalgroep».
À cette occasion, il indiquait qu'une bonne solution en la matière résulterait d'une décision concertée entre les deux communautés et acceptées par elles: « un seul groupe linguistique ne peut pas imposer unilatéralement sa vision à un autre groupe linguistique ».