« Schendt de wet van
16 juni 1960 die de organismen belast met het beheer van de sociale zekerheid van de werknemers van Belgisch-Congo en Ruanda-Urundi onder de controle en de waarborg van de Belgische Staat plaatst, en die waarborg draagt door de Belgische Staat van de maatschappelijke prestaties ten gunste van deze werknemers verzekerd, wanneer zij in haar artikel 11, § 4 [lees : § 3], me
t betrekking tot de indexering van de in artikel 3, eerste lid, litterae a en d, van de
zelfde wet bedoelde ...[+++]renten en verhogingen, een verschillende behandeling instelt van, enerzijds, de gerechtigden van Belgische nationaliteit of de onderhorigen van landen waarmee een wederkerigheidsovereenkomst gesloten is en, anderzijds, de vreemde gerechtigden die onderhorigen zijn van andere landen, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet ?« La loi du 16 juin 1960 plaçant sous la garantie
de l'Etat belge les organismes gérant la sécurité sociale des employés du Congo belge et du Ruanda-Urundi, et portant garantie par l'Etat belge des prestations sociales assurées en faveur de ceux-ci, en établissant, par son article 11, § 4 [lire : § 3], en ce qui concerne l'indexation des rentes et majorations visées à l'article 3, alinéa 1, litterae a et d, de la même loi, une différence de traitement entre, d'une part, les bénéficiaires de nationalité belge ou ressortissants de pays avec lesquels aura été conclu un accord de réciprocité et, d'autre part, les bénéficiaires étrangers ress
...[+++]ortissants d'autres pays, viole-t-elle les articles 10 et 11 de la Constitution ?