Traduction de «zetel van iedere hogeschool blijft verworven » (Néerlandais → Français) :

Art. 11. In hetzelfde decreet, in Hoofdstuk III, Afdeling I, Onderafdeling 1, wordt een artikel 22bis, luidend als volgt, ingevoegd : « Artikel 22 bis. Het product van het inschrijvingsgeld voor de examencommissie van het niet-universitaire hoger onderwijs van de Franse Gemeenschap ingesteld bij de zetel van iedere Hogeschool blijft verworven voor ieder van ze en wordt niet in aanmerking genomen voor de berekening van de globale toelage bedoeld bij hoofdstuk II van dit decreet».
Art. 11. Un article 22bis, rédigé comme suit, est inséré dans le même décret dans le Chapitre III, Section 1, Sous-section 1 : « Article 22 bis. Le produit des droits d'inscriptions au jury d'enseignement supérieur non universitaire de la Communauté française institué au siège de chaque Haute Ecole reste acquis à chacune d'elles et n'entre pas en ligne de compte pour le calcul de l'allocation globale visée au chapitre II du présent décret».

2. Indien een insolventieprocedure met betrekking tot een rechtspersoon of een vennootschap in de lidstaat van de statutaire zetel van die rechtspersoon of vennootschap de ontbinding van de rechtspersoon of vennootschap met zich zou brengen, blijft die rechtspersoon of vennootschap bestaan totdat iedere andere insolventieprocedure met betrekking tot dezelfde schuldenaar is beëindigd of totdat de insolventiefunctionaris(sen) in die procedure(s) toestemming voor de ontbinding heeft, respectievelijk hebben gegeven.
2. Lorsqu'une procédure d'insolvabilité concernant une personne morale ou une société dans l'État membre du siège statutaire de ladite personne morale ou société entraînerait la dissolution de la personne morale ou de la société, cette personne morale ou société ne cesse d'exister que lorsque toutes les autres procédures d'insolvabilité concernant le même débiteur ont été closes, ou lorsque le ou les praticiens de l'insolvabilité concernés par ces procédures ont donné leur accord à la dissolution.

Art. 2. De examencommissie van de Franse Gemeenschap wordt samengesteld bij elke zetel van iedere hogeschool.
Art. 2. Le jury de la Communauté française est constitué au siège de chaque Haute Ecole.

1. Dit Protocol staat van 1 april 1997 tot en met 31 maart 1998 op de zetel van de Organisatie open voor ondertekening door iedere Staat en blijft daarna openstaan voor toetreding door iedere Staat.
1. Le présent Protocole est ouvert à la signature de tout État, au Siège de l'Organisation, du 1 avril 1997 au 31 mars 1998 et reste ensuite ouvert à l'adhésion de tout État.

Art. 7. De hoedanigheid van lid wordt verworven door een verklaring van aansluiting, die de verbintenis bevat de statutaire en reglementaire beschikkingen van de vereniging na te leven. Deze verklaring wordt per gewone brief gericht aan de zetel van de vereniging, aan een van de administratieve zetels of succursalen of aan ieder natuurlijk of rechtspersoon die door de werkgever werd gemandateerd voor de uitvoering van zijn sociale, financiële of fiscale verplichtingen.
Art. 7. La qualité de membre s'acquiert par une déclaration d'affiliation comprenant l'engagement à observer toutes les dispositions statutaires et réglementaires de l'association, adressée par lettre ordinaire au siège de l'association, dans l'un des sièges administratifs ou succursales ou chez toute personne physique ou morale mandatée par l'employeur pour l'exécution de ses obligations sociales, financières ou fiscales.

Doordat een bachelordiploma aan een hogeschool kan worden verworven na minstens drie jaar en een masterdiploma na minimum vier jaar, blijft het decreet eveneens binnen het federale kader, volgens hetwelk hoger onderwijs van het korte type over ten minste twee jaar loopt en dat voor een opleiding van het lange type in een minimale duur van vier jaar voorziet.
Du fait qu'un diplôme de bachelier peut être obtenu dans un institut supérieur après au minimum trois ans et un diplôme de master après au minimum quatre ans, le décret demeure également dans le cadre fédéral, selon lequel l'enseignement supérieur de type court couvre au moins deux années et qui prévoit une durée minimale de quatre ans pour une formation du type long.