In het tweede geval bedraagt de termijn twee derde van de straf (artikel 2, 1º, b, zelfde wet) en veertien jaar in geval van een veroordeling tot een levenslange vrijheidsbenemende straf (artikel 2,1º, c, zelfde wet).
Dans le second cas, le délai est de deux tiers de la peine (article 2, 1º, b, même loi) et de quatorze ans en cas de condamnation à la réclusion à perpétuité (article 2, 1º, c, même loi).