De operator moet vermelden op welk(e) soort(en) van netwerk hij het sociale element van de universele dienst zal verstrekken, namelijk op een vast netwerk, op een mobiel netwerk of op allebei, naargelang van de netwerken waarop hij zijn openbare elektronische-communicatiedienst(en) aanbiedt aan de consumenten.
L'opérateur doit mentionner sur quel(s) type(s) de réseau(x) il fournira la composante sociale du service universel à savoir un réseau fixe, un réseau mobile ou les deux types de réseaux, en fonction des réseaux sur le(s)quel(s) il offre son (ses) service(s) de communications électroniques accessible au public aux consommateurs