1. a) Is het fenomeen van de armoede op het platteland genoegzaam bekend bij de federale overheid? b) Zo ja, welke beleidsmaatregelen zijn uitgezet om deze armoedesituatie om te buigen tot een haalbaar leefklimaat? c) Zo neen, is dit rapport een aanleiding om bijkomende maatregelen te treffen? d) Welke en met welke partners?
1. a) Les autorités fédérales sont-elles suffisamment familiarisées avec le phénomène de la pauvreté en milieu rural? b) Dans l'affirmative, quelles mesures politiques ont été mises en oeuvre pour substituer à l'état de la pauvreté une situation de vie acceptable? c) Dans la négative, le rapport ne doit-il pas inciter à prendre des mesures supplémentaires? d) De quelles mesures s'agit-il et quels partenaires sont concernés?