De beginselen van wederzijdse erkenning en van toezicht door de lidstaat van herkomst vereisen dat de bevoeg
de autoriteiten van elke lids
taat een vergunning weigeren of intrekken indien bepaalde gegevens, zoals de inhoud van het programma van werkzaamheden, de geografische spreiding van de werkzaamheden of de werkelijk uitgeoefende werkzaamheden, een duidelijke aanwijzing vormen dat de kredietinstelling het rechtsstelsel van een lidstaat heeft gekozen om zich te onttrekken aan de strengere voorschriften van een andere lidstaat, waar z
...[+++]ij het grootste deel van haar werkzaamheden uitoefent of voornemens is uit te oefenen.
Les principes de la reconnaissance mutuelle et de la surveillance par l'État membre d'origine exigent que les autorités compétentes des États membres refusent l'agrément, ou le retirent, si des éléments comme le contenu du programme d'activités, la distribution géographique des activités ou les activités effectivement exercées indiquent de manière évidente que l'établissement de crédit a opté pour le système juridique d'un État membre afin de se soustraire aux normes plus strictes en vigueur dans un autre État membre, sur le territoire duquel il exerce ou entend exercer la majeure partie de ses activités.