22. dringt er bij de Commissie op aan een inventarisatie te maken van de nationale wetsbepalingen in de EU met betrekking tot kindersekstoerisme, kinderpornografie en mensenhandel en zo nodig relevante voorstellen met betrekking tot de bestanddelen van strafbare feiten in de zin van artikel 31, sub e) van het EU-Verdrag in te dienen waarin het extraterritorialiteitsbeginsel wordt gewaarborgd en het vereiste van wederzijdse strafbaarheid niet langer geldt;
22. demande à la Commission d'établir un inventaire des différentes législations nationales en vigueur dans l'UE en ce qui concerne le tourisme sexuel impliquant des enfants, la pédopornographie et la traite des êtres humains et de présenter, le cas échéant, des propositions concernant les délits au sens de l'article 31 e) du traité, qui respectent le principe de l'extraterritorialité et font abstraction de la double pénalité;