1. Iedere lidstaat, de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid, of de hoge vertegenwoordiger met steun van de Commissie, kan ieder vraagstuk in verband met het gemeenschappelijk buitenlands of veiligheidsbeleid aan de Raad voorleggen en bij de Raad voorstellen indienen respectievelijk initiatieven voorleggen.
1. Chaque État membre, le haut représentant de l'Union pour les affaires étrangères et la politique de sécurité, ou le haut représentant avec le soutien de la Commission peut saisir le Conseil de toute question relevant de la politique étrangère et de sécurité commune et soumettre, respectivement, des initiatives ou des propositions au Conseil.