Na afloop van die debatten bleven d
e meningen verdeeld over de vraag of de wetgever inzake
ondernemingsbestuur moest optreden, hetzij om bij wet bepaalde beginselen en a
anbevelingen op het vlak van good governance te bekrachtigen, hetzij om te bepalen welke rechtsgevolgen verband houden met die beginselen en aanbevelingen (waarbij rekening wordt gehouden met de noodzaak tot « internationa
le standaa ...[+++]rden » te komen om de rechtszekerheid van de operatoren te waarborgen).
À l'issue de ces débats, les avis restaient partagés quant à la nécessité pour le législateur d'intervenir en matière de gouvernance d'entreprise, soit pour confirmer par la loi certains principes et recommandations de bonne gouvernance, soit pour déterminer les effets juridiques liés à l'application des dits principes et recommandations, et tenant compte du fait de la nécessité de pouvoir dégager des « standards internationaux » afin de garantir la sécurité juridique des opérateurs.