Zij doen gelden dat wanneer men de aangevochten artikelen toepast en men een voorafspiegeling maakt, dat zou betekenen dat aan Vlaamse zijde (17 zetels), ongeveer 3.652 stemmen recht zouden geven op een zetel, terwijl aan Franstalige zijde (72 zetels), ongeveer 5.086 stemmen voor één zetel vereist zouden zijn.
Elles font valoir qu'en appliquant les articles attaqués et en faisant une projection, cela signifierait que du côté flamand (17 sièges), 3.652 votes environ donneraient droit à un siège, alors que du côté francophone (72 sièges), il faudrait environ 5.086 votes pour un siège.