De werk
gever moet voor het derde en vierde kwartaal in 2003 een bijdrage storten van 0,20 pct. en voor elk kwartaal van 2004 een bijdrage storten van 0,10 pct., berekend op basi
s van de brutolonen betaald aan de werknemers zo
als aangegeven bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, aan het in artikel 5 vermelde fonds voor bestaanszekerheid, waarvan de financiële middelen een fonds vormen, dat het mogelijk
moet ...[+++]maken de doelstelling vastgelegd in artikel 1, te bereiken.
L'employeur doit verser, pour les troisième et quatrième trimestres 2003, une cotisation de 0,20 p.c., et, pour chaque trimestre de 2004, une cotisation de 0,10 p.c., calculée sur la base des salaires bruts payés à ses travailleurs déclarés à l'Office national de Sécurité sociale, au fonds de sécurité d'existence, mentionné à l'article 5, dont les moyens financiers forment un fonds qui doit permettre de réaliser l'objectif visé à l'article 1.